donderdag, april 23, 2009

314. E-quality directeur Joan Ferrier aan het woord :: Promotie van moeder-, eenouder- en stiefgezinnen. Nee, ze heeft zelf geen kinderen, nee.


Opiniemakers, politici en journalisten beïnvloeden de gedachtevorming in de samenleving. Ze beroepen zich in het algemeen op grondige feitenkennis. Maar is dat wel altijd het geval? Het CBS wil iedereen van informatie voorzien, want alleen als je de cijfers kent kan een debat op de juiste gronden worden gevoerd. Bovendien heeft eenieder daarmee een gelijk startpunt. In deze rubriek praat Jan Latten met prominente vrouwen uit onze samenleving waarbij hij ook hun feitenkennis toetst. In de vorige nummers deed hij dat bij Cisca Dresselhuys, Samira Bouchibti, Rita Verdonk en Agnes Jongerius, in deze uitgave legt hij Joan Ferrier langs de ‘statistische meetlat’.

Meten met Latten

Jan Latten in gesprek met Joan Ferrier

‘Ik schrik iedere keer weer van discriminatie’

http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/9B8C6048-1500-4386-837F-63E2F90B31B2/0/200901winterrelatiemagazine.pdf

Joan Ferrier, geboren in Paramaribo in 1953, dochter van Johan Ferrier, pedagoog en eerste president van Suriname en van Edmé Vas, lerares. Zelf orthopedagoge, ooit coördinator van opvanghuizen voor Marokkaanse kinderen en sinds 1998 directeur van E-Quality, kenniscentrum voor emancipatie, gezin en diversiteit. In die rol voorvechtster van gelijke kansen. In 2008 uitgeroepen tot Zwarte Vrouwelijke Manager van het jaar.

De jury roemde uw onvermoeibare inzet voor het onder de aandacht brengen van man-vrouw verhoudingen en de vasthoudendheid waarmee u heeft laten zien dat tegenwind ook kansen biedt. Maar hoezo tegenwind? Emancipatie heeft toch alleen maar de wind mee?

In de afgelopen jaren heeft emancipatie echt niet altijd hoog op de politieke agenda gestaan. Kijk, op papier lijkt het keurig geregeld: gelijke kansen voor mannen en vrouwen. Maar in de praktijk van alledag is het toch anders. In werkelijkheid moet er heus nog wel het nodige veranderen.

Uw vader was eerste president van Suriname en pedagoog. Uw moeder was lerares. Wie herkent u in uzelf het meest? Uw vader of uw moeder?

Beide. Mijn moeder is in 1997 overleden en ik voel dat zij bij mij is, heel duidelijk. Zij is voor mij een voorbeeld hoe je zelfstandig en autonoom als vrouw in het leven kan staan. Zij verloor op vrij jonge leeftijd haar vader en heeft toen als oudste dochter moeten meewerken aan het onderhoud van de familie, samen met háár moeder. Ze moest geld verdienen én voor haar studie zorgen. Later heeft zij zich als lerares ingezet voor de ontwikkeling van andere kinderen.

En wanneer herkent u uw vader in uzelf?

Zijn voorbeeld voel ik op momenten dat ik politiek moet handelen. Van hem heb ik meegekregen hoe je bepaalde thema’s onder de aandacht moet brengen of houden en dat je ‘met een pot honing eerder tot zaken komt’. Mensen als het ware verleiden om ze te laten zien: er is écht wat aan de hand en dit kunnen we niet over ons heen laten gaan, hier moeten we wat aan doen. Dan ben ik mijn vader, de politicus.

Surinaamse kinderen groeien vaak op in een eenoudergezin. Ziet u daarin een ontwikkeling?

Ik denk dat ongeveer 70 procent van de Surinaams moeders de kinderen zonder partner opvoedt (feit: 57 procent in 2008), maar ik denk dat het verschuift… Je ziet twee tendensen. In de witte samenleving – om het zo maar eens te zeggen – is er een tendens naar meer alleenstaand ouderschap. In de Surinaamse gemeenschap zie je juist een lijn waarbij meer jonge mensen huiselijkheid, familie, een eigen gezinnetje willen. Dat heeft te maken met het opklimmen op de maatschappelijke ladder. Hoe hoger de klasse, hoe meer men traditionele gezinsvormen nastreeft. Tegelijkertijd is er in de Surinaamse gemeenschap ook nog steeds een grote groep die tot de lagere sociaaleconomische klasse behoort. Persoonlijk denk ik dat de Surinaamse bevolking van de autochtone leert en ook omgekeerd. Het is een vorm van integratie.

De alleenstaande Franse Minister van Justitie, Rachida Dati, dochter van een Marokkaanse vader en een Algerijnse moeder, kreeg op haar 43e een kind en hield de naam van de vader geheim. Ze wil haar kind alleen opvoeden. We kenden het fenomeen al uit de artiestenwereld: Madonna. Zijn het voorbeelden voor een nieuwe generatie jonge meiden die gemakkelijker kiezen voor een kind zonder dat ze een vaste partner hebben?

We hebben de afgelopen tijd vrij veel debatten gehad over uitgesteld ouderschap en wat het kan betekenen voor jonge vrouwen. Sommige vrouwen en meisjes hebben het daar behoorlijk moeilijk mee in de zin dat zij heel graag moeder willen worden, maar worstelen met de vraag of zij dit laten afhangen van wel of geen partner hebben. Als de spreekwoordelijke biologische klok tikt, kiezen sommige alleenstaande vrouwen er bewust voor alleen een kind te krijgen. Je zou kunnen veronderstellen dat dát de lijn gaat worden, omdat het nu beter dan vroeger mogelijk is om een alleenstaande ouder te zijn. Mensen verwachten niet alle ziel en zaligheid meer van één partner. Als je deze principes in overweging neemt, kun je heel goed de veronderstelling staven dat nieuwe generaties vaker zullen gaan voor een alleenstaand moederschap als geaccepteerde gezinsvorm. Inmiddels heeft de nieuwe generatie ook veel voorbeelden.

Mensen verwachten niet meer alle ziel en zaligheid van één partner

Heeft u kinderen?

Ik heb geen ‘biologische’ kinderen. In het werk dat ik hiervoor deed, heb ik wel veel met kinderen en jongeren gewerkt. Voor hen mocht ik een soort moeder zijn. Mijn man en ik hebben ook een pleegzoon die een aantal jaren bij ons in huis is geweest.

In het rapport ‘Nieuwe Gezinnen’, dat we dit jaar met het CBS hebben uitgebracht, hebben we veel aandacht gegeven aan stiefgezinnen, omdat die meer voorkomen. Er zijn nu in Nederland 125.000 à 150.000 stiefgezinnen (feit: 149.000 in 2007).

U gaat voor ’equality’ tussen mannen en vrouwen. Stel dat u – om uw ideaal te bereiken – net als Harry Potter met een toverstok één aspect aan mannen mocht veranderen. Wat zou u dan veranderen?

Eigenlijk denk ik aan twee dingen. Ik zou willen dat mannen die zeggen dat ze meer voor kinderen, ouders of geliefden willen zorgen dat ook doen. Dat is één. En het volgende wat ik zou willen veranderen, is dat mannen zichzelf iets meer ruimte en tijd gunnen om niet op één manier naar de dingen te kijken maar op verschillende manieren. Iets minder dat strak-mannelijke patroon van ‘A is A en het kan niet anders’.

Maar uit allerlei onderzoek komt naar voren dat het ‘directere’ mannelijke denken juist samenhangt met het verschillend functioneren van hersenen van mannen. In feite wilt u met uw toverstaf dus de biologie van de man zo veranderen dat iedereen als een vrouw denkt.

De manier waarop vrouwen denken… vanuit één ding beginnen en daar omheen allerlei nieuwe dingen ontwikkelen, nog niet precies weten waar je uitkomt, maar al wél starten… Die manier van denken, dat soort leiderschap, vind ik iets van de nieuwe tijd. Waarschijnlijk denkt de meerderheid zo, er zijn meer vrouwen dan mannen. Ik geloof circa 53 op 47 (feit: 51 op 49). Dat zou ik mannen ook wel gunnen, dat zij meer op die manier denken. Dan zou je elkaar ook wat beter begrijpen.

Uit de jeugdmonitor 2008 bleek dat Surinaamse jongeren behoorlijk vaak crimineel zijn. Wat doet dat met u? Wordt u kwaad, heeft u begrip of heeft u plaatsvervangende schaamte?

Ik schat dat circa 20 procent van de 18- tot 25-jarige Surinaamse jongens in één jaar tijd als verdachte door de politie is gehoord (feit in 2006: 13 procent van de jongemannen). Ik vind dat heel erg. Er is een grote groep Surinaamse Nederlanders – vooral jongens – die nog aan de onderkant van de samenleving zit, die heel weinig kansen heeft en waar behoorlijke problematiek aanwezig is. Ik vind dat heel erg, omdat het ook onmacht aangeeft; dat we dat nog niet voor elkaar hebben kunnen krijgen. En dat ook ik, als Surinaamse Nederlandse, het niet goed heb gedaan. Dat betekent dat wij ons dat moeten aantrekken en dat wij daarmee absoluut iets moeten doen. Dat gebeurt gelukkig ook wel. Dat vind ik zelf heel belangrijk. Daarin denk ik heel graag mee. Bij alle etnische groepen, dus ook voor autochtonen, geldt overigens dat er een oververtegenwoordiging is naar gender en die is veel spectaculairder dan die naar etniciteit.

Er is een grote groep Surinaamse Nederlanders die nog aan de onderkant van de samenleving zit, die heel weinig kansen heeft en waar behoorlijke problematiek aanwezig is

Als zwarte vrouw weet ik hoe het is om in deze samenleving je hoofd boven water te houden

Agnes Jongerius grijpt de financiële crisis aan om meer vrouwen in de boardroom te propageren. Met meer vrouwen als bankier zou de financiële crisis niet zo heftig zijn geworden?

Ik ben het eens met Agnes Jongerius. Je ziet nu dat de bancaire wereld vooral door mannen wordt geleid. We hadden het daarnet over dat mannen over het algemeen een bepaalde manier van denken hebben en bepaalde risico’s nemen. Dat is stoer en dat wordt beloond. Vrouwen zijn eerder geneigd om minder risico te nemen. Als je beide manieren van denken bij elkaar zet, houd je zowel de schwung als de controle erin. In die zin worden de kwaliteiten van beide seksen benut. Ik schat dat in Nederland ongeveer een kwart van alle leidinggevenden – en dan heb ik het niet uitsluitend over de top, maar over alle werkenden, bijvoorbeeld ook in de supermarkt – een vrouw is (feit: in 2007 is 27 procent van alle leidinggevenden een vrouw).

Dus vrouwen kunnen de bankiers van de wereld nog wat leren? Waarom organiseert E-Quality dan nog cursussen ’hoe ga ik met geld om’ in de vorm van Vrouw&Geld Cafés?

Dat lijkt een tegenstelling, maar dat is het niet. Vrouwen zijn eerder geneigd om aan anderen te denken dan aan zichzelf. Om het bekende voorbeeld maar weer eens te geven: een man die een nieuw bedrijf start, schaft vaak eerst voor zichzelf de leukste, nieuwste laptop en een mooie grote auto aan. Een vrouw zal eerder investeren in deskundigheid en vergeten voor zichzelf te zorgen. Ze moet ook bedenken welke persoonlijke financiële consequenties het heeft als ze stopt met werken of als er een echtscheiding komt. Veel vrouwen vinden dit heel vervelend gepraat. Als je erg verliefd bent en gaat trouwen of samenwonen en denkt ‘dit is het helemaal’ dan ga je niet zitten zeuren over hoe je dat allemaal vastlegt. Een vrouw is, denk ik, eerder emotioneel en sociaal, waardoor zij onvoldoende let op haar eigen belangen. Wij adviseren bijvoorbeeld een eigen rekening aan te houden naast een gezamenlijke. Wat je dan ziet, is dat elk van beide evenveel overmaakt op die gezamenlijke rekening. Surinaamse vrouwen zijn overigens best economisch zelfstandig, méér dan alle vrouwen in Nederland in het algemeen en ook meer dan uitsluitend de autochtone vrouwen (feit: met 46 procent de hoogste score).

E-Quality heeft ook te maken met tegengaan van discriminatie. Bent u zelf wel eens gediscrimineerd?

Ja, vele malen. Ineens is het er kkrrts! Ik schrik er iedere keer weer van, word verdrietig en ook kwaad. Dan denk je ’Hoe bestaat het?’ Soms weet je ook niet wat er achter zit, is het omdat je vrouw bent, omdat je zwart bent, omdat je deze leeftijd hebt, omdat je er zó uitziet? Het zijn al die factoren bij elkaar. Nee, in sommige gevallen weet je het gewoon niet. Er zijn zoveel kleine dingen. Je zit bijvoorbeeld in een volle tram en er komt niemand naast je zitten. Of dat jij naast iemand gaat zitten en dat ze dan hun tas angstvallig bij zich nemen. Je weet het niet zeker, maar het is wel shockerend. Dan moet je je even resetten. Zij denken zo, maar ik gelukkig niet. Terwijl ik natuurlijk ook situaties ken waarin mensen vriendelijk tegen mij zijn en mij als gelijke behandelen. Dat geeft weer kracht. Ja, dan denk je: die mensen zijn er gelukkig ook in Nederland en die mensen staan waar Nederland voor wil staan, dat we samen een diverse samenleving vormen.

Toch accepteert u de Award Beste Zwarte Zakenvrouw van het jaar. Is dat niet een vorm van zelfdiscriminatie? Dat vindt u geen probleem?

Nee, want ik zie mezelf als een zwarte vrouw. Hoe ik ben en wat ik ben wordt ook bepaald door het feit dat ik een Surinaamse zwarte vrouw ben. Dat is mijn achtergrond. Als zwarte vrouw weet ik hoe het is om in deze samenleving je hoofd boven water te houden. Ik ben als het ware van meerdere werelden en kan zaken combineren, dus je hebt veel te bieden. Om eerlijk te zijn ben ik er ook trots op een zwarte vrouw te zijn. Dus ik vind het een mooie award van de businessclub van ZZVN en ben er heel vereerd door. Ik heb deze award altijd gepromoot en er aandacht voor gevraagd, omdat het belangrijk is de Nederlandse samen leving te laten zien wat een diversiteit we hier hebben. Zo’n award laat zien dat al deze mensen hun bijdrage leveren en ervoor zorgen dat we in deze samenleving prettig samen kunnen leven.

Score op de statistische meetlat






vrijdag, april 10, 2009

313. Conferentie "Over vaders gesproken" op 23 april 2009 bij Scala in Rotterdam

Klik op de afbeelding voor een vergrote weergave.

Aanmelden voor deze conferentie kan via info@scalarotterdam.nl

PROGRAMMA van de conferentie OVER VADERS GESPROKEN d.d. 23 april 2009

Dagvoorzitter: Loes van Weert, directeur Scala

Vanaf 12.00 uur Ontvangst & lunch

13.00 uur Welkomstwoord

13.10 uur Achtergrond en opzet van twee vaderprojecten van Scala: Rotterdamse vaders en Papa Consult door Teana Boston-Mammah, Scala

13.20 uur Aanbieden van een exemplaar van het boek:

Rotterdamse vaders, 010 openhartige interviews aan Leonard Geluk, wethouder Jeugd, Gezin en Onderwijs Rotterdam.

13.25 uur Wethouder Leonard Geluk over de rol van vaders in de Rotterdamse samenleving.

13.45 uur Pauze

13.55 uur Keynote speaker Adrienne Burgess, de auteur van het beroemde Engelse boek ‘Fatherhood reclaimed

14.15 uur Vragen en reacties uit de zaal.

14.30 uur Keynote speaker Vincent Duindam, onderzoeker verbonden aan de Universiteit van Utrecht, auteur van het boek Zorgvaders en de expert in Nederland op het gebied van vaderschap.

14.45 uur Vragen en reacties uit de zaal

15.00 uur Pauze

15.30 uur Workshops

  • Workshop I: Werken met vaders, hoe doe je dat?
    Verzorgd door expertisecentrum voor Jeugd, Samenleving en Opvoeding (JSO) in Gouda.
  • Workshop II: Man actief?
    Verzorgd door kennis en advies voor maatschappelijke ontwikkeling Movisie en Vizyon (management in culturele diversiteit).
  • Workshop III: Een vadercentrum opzetten, een makkie?
    Verzorgd door Bilal Sahin van het Vadercentrum Adam, Den Haag.

17.00 uur Plenaire terugkoppeling

17.15 uur Afsluiting

17.20 uur Netwerk borrel


Inhoudelijke beschrijving conferentie OVER VADERS GESPROKEN

Adrienne Burgess

Het boek “Fatherhood reclaimed: the making of the modern father (1997)” betekende voor Adrienne Burgess haar grote doorbraak in the UK. In dit boek, met de Nederlandse titel Vaderinstinct, verkent Adrienne het vaderschap vanuit elk denkbaar perspectief. Zowel op basis van de laatste sociologische onderzoeksgegevens als op persoonlijke gesprekken met vaders uit alle hoeken van de samenleving, geeft Burgess een stem aan de ervaringen van vaders en werpt ze tal van vooroordelen omver. De boodschap van het boek is dat vaders veel meer betrokken zijn bij hun kinderen dan vaak gedacht wordt en dat dit, ondanks culturele en historische hindernissen, in de toekomst nog meer het geval zal zijn. Adrienne Burgess is journaliste en hoofd onderzoekster bij het Fatherhood Institute in Londen. Hier heeft zij een breed scala aan onderzoeken gedaan die door beleidsmakers en welzijnswerkers veelvuldig gebruikt worden. Adrienne geeft trainingen en lezingen in the UK, US, Australia en nu ook in Nederland.

Vincent Duindam

Vincent Duindam heeft vier boeken op zijn naam staan. Vincent werd vooral bekend met zijn onderzoek naar mannen die parttime werken om voor hun kinderen te kunnen zorgen. Vincent Duindam is, behalve vader, ook psycholoog, ideoloog en dichter. De verdeling van zorgtaken binnen het gezin is mede door zijn publicaties een hot item geworden. Duindam volgt in zijn onderzoek al vijftien jaar een grote groep (182) mannen. “Vaders kunnen prima zorgen. Wanneer ze dat meer zouden doen, winnen kinderen en vrouwen daarbij. En mannen zelf ook.”

Workshop I: Werken met vaders, hoe doe je dat?

Ondersteuning en hulp bij de opvoeding van de kinderen wordt vooral door vrouwen aan moeders gegeven. De laatste tijd is er meer aandacht voor de rol van vaders in de opvoeding.

Professionals en vrijwilligers vragen zich af hoe ze vaders kunnen steunen bij hun rol als opvoeder. Die nieuwe rol roept vragen op en kan de nodige onzekerheid met zich meebrengen.

JSO, expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding, heeft onderzoek gedaan en interventies ontwikkeld om professionals en vrijwilligers die met vaders (willen) werken zo goed mogelijk van dienst te zijn.

In deze workshop maak je kennis met de JSO interventies, leer je wat 'vaders belangrijk vinden', 'hoe je vaders aanspreekt in hun opvoedingsrol' en wat succesfactoren zijn voor effectieve vaderactiviteiten. Na een korte inleiding wordt er geoefend, komen er praktijkvoorbeelden uit zorg en welzijn aan bod en is er ruimte voor vragen en uitwisseling. Na de workshop hebben deelnemers een beter inzicht in wat er nodig is om activiteiten voor vaders op te zetten en hoe zij dit aan kunnen pakken.

Workshop II: Man actief?

Man actief is een methodiek voor activering van allochtone mannen in een kwetsbare positie.

Op initiatief van Vizyon ontwikkelden Movisie en Vizyon dit programma om het sociaal isolement van mannen uit deze doelgroep te verminderen en hun zelfrespect te bevorderen.

Man actief richt zich op de individuele ontwikkeling van mannen, met de nadruk op hun rol in het gezin en de maatschappij. Ook wordt gewerkt aan doorstroming, dit kan zijn vrijwilligerswerk, betaald werk, een vervolgcursus of een ander vervolgtraject.

Man actief is te gebruiken door gemeenten en gemeentelijke organisaties, lokale organisaties voor welzijn, maatschappelijke ontwikkeling en buurthuizen. De methodiek ondersteunt gemeenten bij de realisatie van doelstellingen van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Wet werk en bijstand (Wwb) en de Wet Inburgering (Wi).

Workshop III: Een vadercentrum opzetten; een makkie?

Minister Plasterk heeft een oproep aan gemeenten gedaan voor het opzetten van meer vadercentra.

Hij heeft hiervoor een bedrag van 2,4 miljoen beschikbaar gesteld. Gemeenten hebben de kans om een voorbeeldrol op zich te nemen en vadercentra op de politieke agenda te zetten.

Sinds september 2000 staat in Den Haag het voorbeeld van een vadercentrum. Vadercentrum Adam is een ontmoetingplaats voor mannen uit diverse culturen en heeft ambitieuze doelen. Bilal Sahin is vanaf het eerste uur betrokken vertelt over de ups & downs van een vadercentrum, het opzetten, onderhouden, uitbreiden en vooral het laten slagen.

Praktische informatie

Adres:

Grand Café Coopvaert

Blaak 776 Rotterdam

www.coopvaert.com

010-414 9666 / 06 47402488

Parkeermogelijkheid:

Parkeergarage Wijnstraat

Wijnstraat 100

Rotterdam

woensdag, april 08, 2009

307. Veel vaders afwezig bij opvoeding - 'Grotere kans op armoede en criminaliteit'

'Grotere kans op armoede en criminaliteit'

Veel vaders afwezig bij opvoeding

Bron: Telegraaf - Binnenland -.di 07 apr 2009, 08:51 | 94 reacties


AMSTERDAM - Altijd al afgevraagd waarom jeugd onopgevoed door de straten zwalkt, buschauffeurs en NS-personeel belaagd en geen enkel respect voor autoriteit lijkt te hebben? Steeds meer jongeren, vooral allochtonen, blijken op te groeien zonder vader in huis. Uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) blijkt dat in tien jaar tijd het aantal kinderen in een eenouderhuishouden met 23 procent is toegenomen. Bij de allochtone jeugd was die stijging helemaal schrikbarend: 54 procent.

Jan Latten Foto: Serge Ligtenberg

Na schooltijd, buiten spelen of uitgaan komen ruim 710.000 kinderen thuis bij moeders, die er vaak helemaal alleen voor staan om ze te corrigeren als ze te laat zijn of rotzooi hebben uitgehaald. Hun vader woont elders en is (al dan niet vrijwillig) helemaal niet meer in beeld.

"Het zijn vooral Marokkaanse moeders die met de kinderen achterblijven. Zeer zorgwekkend, aangezien het vaak kinderen uit eenoudergezinnen zijn die achterstanden oplopen op school en in de criminaliteit belanden. We moeten hier veel sterker op gaan inzetten, gezien deze cijfers", zegt een woordvoerder van brancheorganisatie MO Groep Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening in reactie op de cijfers.

Ook hoogleraar sociale demografie Jan Latten van het CBS, dat de cijfers op verzoek van deze krant boven water bracht, vindt de ontwikkeling zorgwekkend.

"Nog los van de oorzaken van de stijging, is het feit alleen al zorgelijk dat steeds meer kinderen en vooral allochtonen opgroeien in eenouderhuishoudens. We weten immers dat kinderen die opgroeien in eenouderhuishoudens een grotere kans lopen op armoede en criminaliteit."

Het zijn de niet-westerse allochtonen van de tweede generatie die vooral geraakt worden. Ofwel de categorie jongeren van Marokkaanse, Antilliaanse, Turkse en Surinaamse herkomst, alsook de kinderen van vluchtelingen. In 1998 woonden er circa 98.000 kinderen van deze herkomst in gebroken gezinnen, in 2008 waren dat er al ruim 151.000. Oorzaken zijn talrijk, zoals de komst van vluchtelingen, gestegen echtscheiding bij Marokkanen en Turken en vrouwen die naar Blijf-van-mijn-lijfhuizen vluchten.

Hoogleraar criminologie Josine Junger-Tas, tevens verbonden aan het Verwey-Jonker Instituut, bevestigt dat het opgroeien in gebroken gezinnen extra risico's meebrengt voor deze jeugd. "Vooral slechtere sociaaleconomische omstandigheden in een gezin, wat bij eenoudergezinnen vaker voorkomt, vergroten het risico van criminaliteit bij de kinderen. Er moet daarom wat gedaan worden aan de positie van de eenoudergezinnen."

Gek genoeg lijkt volgens de deskundige juist een betere integratie of meer westerse levenshouding bij immigranten een bodem te leggen voor meer probleemjongeren. Vrouwen pikken het gedrag van hun mannen niet meer. Prof. Junger-Tas en prof. Latten: "De stijging van het aantal eenouderhuishoudens zou je ook kunnen zien als een gevolg van een groeiende emancipatie van de allochtone vrouwen."

CBS – Zoekresultaten eenoudergezinnen


306.Doe mee: E-Quality-Onderzoek doet een onderzoek naar de knelpunten bij gezamenlijke zorg na scheiding

Rechtstreeks naar de E-Quality enquête !


Tot half april kunnen gescheiden ouders deze knelpunten digitaal melden via onze enquête.


Gescheiden ouders in de knel bij gezamenlijke zorg?

Bron: E-Quality, kenniscentrum voor emancipatie, gezin en diversiteit - 26 maart 2009

Elk jaar zijn 50 tot 60 duizend kinderen betrokken bij de scheiding van hun ouders. Wanneer ouders na de scheiding gezamenlijk voor de kinderen blijven zorgen, moet er veel geregeld worden. Uit het onderzoek Nieuwe gezinnen van E-Quality blijkt dat ouders soms tegen praktische problemen aanlopen doordat hun kind, na echtscheiding, op meerdere adressen woont. E-Quality roept gescheiden ouders op om deze knelpunten te melden.

Hoe ouders na de scheiding voor hun kinderen gaan zorgen, verschilt per gezin. De diversiteit aan gezinstypen is in Nederland dan ook groot. Uit het onderzoek ‘Nieuwe gezinnen. Scheidingen en de vorming van stiefgezinnen’ blijkt dat 92% van de kinderen contact heeft met beide ouders, bij de groep tot 11 jaar heeft 96% contact met beide ouders. Steeds meer ouders blijven na de echtscheiding samen voor hun kinderen zorgen. Co-ouderschap, waarbij beide ouders de kinderen voor ongeveer een gelijk deel verzorgen, is een stijgende trend. 15% van de kinderen woont na de scheiding van hun ouders daadwerkelijk in deze gezinsvorm (E-Quality, 2008).

Politieke betrokkenheid

Ook de politiek stimuleert dat ouders gezamenlijk voor hun kinderen blijven zorgen. Om die gezamenlijke zorg van ouders te bevorderen heeft de Eerste Kamer november vorig jaar het wetsvoorstel ‘Bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding’ aangenomen. Deze wet legt niet alleen het recht op omgang vast, maar ook de plichten van ouders. Als ouders willen scheiden, moeten zij in hun verzoek aan de rechter een ouderschapsplan toevoegen. In dit plan staan onder meer de afspraken over de kinderalimentatie en over de verdeling van zorg- en opvoedingstaken tussen de ouders.

Knelpunten in beeld

Een groeiende groep kinderen woont feitelijk op meerdere adressen. Ze slapen meerdere nachten per week bij de ene ouder én een of meer nachten bij de andere ouder. Ouders krijgen op dat moment met verschillende instanties te maken, zoals woningbouwverenigingen, belastingdienst, zorgverzekeraars en scholen. Deze instanties houden niet altijd rekening met de mogelijkheid dat kinderen op meerdere adressen wonen. Vaak is het bij de gemeente niet mogelijk om een kind op meerdere adressen in te schrijven. Dit kan soms vervelende consequenties hebben, bijvoorbeeld als allebei de ouders een gezinswoning willen aanvragen, of aanspraak willen maken op bepaalde belastingregelingen.

Inventarisatie knelpunten

E-Quality wil de knelpunten die ouders ervaren bij verschillende instanties inventariseren. Tot half april kunnen gescheiden ouders deze knelpunten digitaal melden via onze enquête.

Rechtstreeks naar de E-Quality enquête

Meer informatie over gezinsbeleid: dossier Gezinsbeleid

E-Quality-onderzoek naar knelpunten bij instanties doordat uw kind op meerdere adressen woont

Wanneer u en uw partner besluiten te gaan scheiden, verandert er veel. Als u samen met uw ex-partner voor uw kind blijft zorgen, betekent dit in sommige gevallen dat het kind op meerdere adressen gaat wonen. De vraag is in hoeverre instanties hier rekening mee houden.

Deze vragenlijst is bedoeld om een beeld te krijgen van de mogelijke knelpunten die gescheiden ouders ervaren bij instanties omdat hun kind op meerdere adressen woont. Het gaat hier dus niet om problemen die u kan ervaren in de relatie met uw ex-partner of tussen het kind en uw ex-partner, maar om praktische problemen waar u bij instanties tegen aanloopt.

Hierbij kunt u denken aan instanties op het gebied van:

- Huisvesting: vb. knelpunten bij woningbouwverenigingen met de inschrijving voor huurwoningen.

- Financiën: vb. knelpunten bij de belastingdienst met het regelen van de kinderbijslag.

- Zorg: vb. knelpunten bij zorgverzekeraars met zorgpasjes.

- Onderwijs: vb. knelpunten op scholen met uitnodigingen voor ouderavond.

- Cultuur en vrije tijd: vb. knelpunten bij musea met gezinstoegangskaarten.

Huisvesting

Wanneer uw kind na de scheiding zowel bij u als bij uw ex-partner gaat wonen, krijgt u met verschillende instanties op het gebied van huisvesting te maken. Hierbij kan het gaan om instanties zoals woningbouwverenigingen (vb. inschrijvingen voor huurwoningen) en gemeentes (subsidies).

1. Heeft u bij instanties op het gebied van huisvesting praktische knelpunten ervaren, omdat uw kind op meerdere adressen woont?

  • Ja
  • Nee

Huisvesting

2. Bij welke instantie op het gebied van huisvesting heeft u dit knelpunt ervaren?

3. Kunt u een omschrijving geven van het knelpunt?

4. Heeft u over dit knelpunt contact gehad met de betreffende instantie?

  • Ja
  • Nee

5. Hoe reageerde de betrokken instantie?

Indien u geen contact heeft gehad met de betrokken instantie kunt u aangeven waarom niet?

6. Heeft u geprobeerd dit knelpunt op te lossen?

  • Ja
  • Nee

7. Hoe heeft u geprobeerd dit knelpunt op te lossen?

Indien u (nog) niet heeft geprobeerd dit knelpunt op te lossen, kunt u aangeven waarom niet?

8. Wat zou een mogelijk (andere) oplossing kunnen zijn voor dit knelpunt?

Financiën

Wanneer uw kind na de scheiding zowel bij u als bij uw ex-partner gaat wonen, krijgt u met verschillende financiële instanties te maken. Hierbij kan het gaan om instanties zoals bijvoorbeeld de belastingdienst (vb. kindertoeslag en éénoudertoeslag) uitkeringsinstanties en banken.

9. Heeft u bij instanties op het gebied van financiën praktische knelpunten ervaren, omdat uw kind op meerdere adressen woont?

  • Ja
  • Nee

Financiën

10. Bij welke financiële instantie heeft u dit knelpunt ervaren?

11. Kunt u een omschrijving geven van het knelpunt?

12. Heeft u over dit knelpunt contact gehad met de betreffende instantie?

  • Ja
  • Nee

13. Hoe reageerde de betrokken instantie?

Indien u geen contact heeft gehad met de betrokken instantie kunt u aangeven waarom niet?

14. Heeft u geprobeerd dit knelpunt op te lossen?

  • Ja
  • Nee

15. Hoe heeft u geprobeerd dit knelpunt op te lossen?

Indien u (nog) niet heeft geprobeerd dit probleem op te lossen, kunt u aangeven waarom niet?

16. Wat zou een mogelijk (andere) oplossing kunnen zijn voor dit knelpunt?

Zorg

Wanneer uw kind na de scheiding zowel bij u als bij uw ex-partner gaat wonen, krijgt u met verschillende instanties op het gebied van zorg te maken. Hierbij kan het gaan om instanties zoals zorgverzekeraars (vb. zorgpasjes) en huisartsen (vb. zorgverlening).

17. Heeft u bij instanties op het gebied van zorg praktische knelpunten ervaren, omdat uw kind op meerdere adressen woont?

  • Ja
  • Nee

Zorg

18. Bij welke instantie heeft u dit knelpunt ervaren?

19. Kunt u een omschrijving geven van het knelpunt?

20. Heeft u over dit knelpunt contact gehad met de betreffende instantie?

  • Ja
  • Nee

21. Hoe reageerde de betrokken instantie?

Indien u geen contact heeft gehad met de betrokken instantie kunt u aangeven waarom niet?

22. Heeft u geprobeerd dit knelpunt op te lossen?

  • Ja
  • Nee

23. Hoe heeft u geprobeerd dit knelpunt op te lossen?

Indien u (nog) niet heeft geprobeerd dit knelpunt op te lossen, kunt u aangeven waarom niet?

24. Wat zou een mogelijk (andere) oplossing kunnen zijn voor dit knelpunt?

Onderwijs

Wanneer uw kind na de scheiding zowel bij u als bij uw ex-partner gaat wonen, krijgt u met verschillende instanties op het gebied van onderwijs te maken. Hierbij kan het gaan om instanties zoals scholen (vb. uitnodiging voor ouderavond)

25. Heeft u bij instanties op het gebied van onderwijs praktische knelpunten ervaren, omdat uw kind op meerdere adressen woont?

  • Ja
  • Nee

Onderwijs

26. Bij welke instantie heeft u dit knelpunt ervaren?

27. Kunt u een omschrijving geven van het knelpunt?

28. Heeft u over dit knelpunt contact gehad met de betreffende instantie?

  • Ja
  • Nee

29. Hoe reageerde de betrokken instantie?

Indien u geen contact heeft gehad met de betrokken instantie kunt u aangeven waarom niet?

30. Heeft u geprobeerd dit knelpunt op te lossen?

  • Ja
  • Nee

31. Hoe heeft u geprobeerd dit knelpunt op te lossen?

Indien u (nog) niet heeft geprobeerd dit knelpunt op te lossen, kunt u aangeven waarom niet?

32. Wat zou een mogelijk (andere) oplossing kunnen zijn voor dit knelpunt?

Cultuur en vrije tijd

Wanneer uw kind na de scheiding zowel bij u als bij uw ex-partner gaat wonen, krijgt u met verschillende instanties op het gebied van cultuur en vrije tijd te maken. Hierbij kan het gaan om instanties zoals sportclubs en musea (vb. gezinstoegangskaarten) en openbaar vervoer (vb. persoonlijke OV-chipkaart).

33. Heeft u bij instanties op het gebied van cultuur en vrije tijd praktische knelpunten ervaren, omdat uw kind op meerdere adressen woont?

  • Ja
  • Nee

Cultuur en vrije tijd

34. Bij welke instantie heeft u dit knelpunt ervaren?

35. Kunt u een omschrijving geven van het knelpunt?

36. Heeft u over dit knelpunt contact gehad met de betreffende instantie?

  • Ja
  • Nee

37. Hoe reageerde de betrokken instantie?

Indien u geen contact heeft gehad met de betrokken instantie kunt u aangeven waarom niet?

38. Heeft u geprobeerd dit knelpunt op te lossen?

  • Ja
  • Nee

39. Hoe heeft u geprobeerd dit probleem op te lossen?

Indien u (nog) niet heeft geprobeerd dit probleem op te lossen, kunt u aangeven waarom niet?

40. Wat zou een mogelijk (andere) oplossing kunnen zijn voor dit probleem?

Overige instanties

Mogelijk zijn er nog andere instanties waar u mee te maken krijgt wanneer uw kind na de scheiding zowel bij u als bij uw ex-partner gaat wonen. Ook wanneer u bij een eerder genoemd onderwerp bij meerdere instanties problemen hebt ervaren, kunt u daar hier meer over kwijt.

41. Zijn er andere instanties waar u tegen praktische knelpunten bent aan gelopen, omdat uw kind op meerdere adressen woont?

  • Ja
  • Nee

Overige Instanties

42. Bij welke instantie heeft u dit knelpunt ervaren?

43. Kunt u een omschrijving geven van het probleem?

44. Heeft u over dit knelpunt contact gehad met de betreffende instantie?

  • Ja
  • Nee

45. Hoe reageerde de betrokken instantie?

Indien u geen contact heeft gehad met de betrokken instantie kunt u aangeven waarom niet?

46. Heeft u geprobeerd dit knelpunt op te lossen?

  • Ja
  • Nee

47. Hoe heeft u geprobeerd dit knelpunt op te lossen?

Indien u (nog) niet heeft geprobeerd dit knelpunt op te lossen, kunt u aangeven waarom niet?

48. Wat zou een mogelijk (andere) oplossing kunnen zijn voor dit knelpunt?

Gezinssituatie

Hieronder volgen enkele vragen over uw gezinssituatie.

49. Hoeveel kinderen heeft u?

50. Wat is de leeftijd van uw kind(eren)?

51. Welk deel van de tijd woont uw kind bij u?

  • Altijd
  • Meer dan de helft van de tijd
  • Ongeveer de helft van de tijd
  • In de weekenden
  • Om de 14 dagen één weekend
  • In de vakanties
  • Kind komt hier af en toe logeren
  • Anders, namelijk:

52. Welk deel van de tijd woont uw kind bij uw ex-partner?

  • Altijd
  • Meer dan de helft van de tijd
  • Ongeveer de helft van de tijd
  • In de weekenden
  • Om de 14 dagen één weekend
  • In de vakanties
  • Kind komt hier af en toe logeren
  • Nooit
  • Anders, namelijk

53. Sinds wanneer bestaat uw huishouden in de huidige vorm (maand/jaar)? (vb. 08/2006)

Algemene vragen

54. Wat is uw leeftijd?

55. Bent u een man of een vrouw?

  • Man
  • Vrouw

56. Wat is de hoogste opleiding die u heeft afgerond?

  • Geen opleiding
  • Lagere school
  • VMBO/LBO (LTS, huishoudschool)/MAVO
  • HAVO/VWO/Atheneum/Gymnasium/HBS
  • MBO (MTS,MEAO,MMO)
  • HBO
  • Universiteit

57. Waar bent u geboren?

  • Nederland
  • Elders, namelijk:

58. Zijn uw ouders, of is één van uw ouders buiten Nederland geboren

  • Nee
  • Ja, namelijk:

59. Heeft u op dit moment betaald werk?

  • Ja, fulltime (35 uur per week of meer)
  • Ja, 12 tot 34 uur per week
  • Ja, minder dan 12 uur per week
  • Nee