dinsdag, november 25, 2008

205. Wetsvoorstel 30145 en Motie Strik in Eerste Kamer aangenomen (Wet op de bevordering van het voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding)

Eerste Kamer der Staten-Generaal - 25 november 2008

De Eerste Kamer heeft vandaag het wetsvoorstel Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding (30.145) na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. De fracties van GroenLinks, VVD en D66 stemden tegen.

De Motie-Strik (GroenLinks) c.s. over een structurele basis voor succesvolle omgangsondersteunende voorzieningen (EK 30.145, G) is na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. De fracties van VVD, ChristenUnie en SGP stemden tegen.

--------------------------------------

30.145 - Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding

Eerste Kamer der Staten-Generaal - 25 november 2008

Dit wetsvoorstel wijzigt het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Rechtsvordering ter bevordering van het ouderschap na een scheiding. Het wetsvoorstel verplicht ouders tot het opstellen van een ouderschapsplan. In dit plan moeten afspraken gemaakt worden over verzorging en opvoeding van kinderen als ouders gaan scheiden.

Het voorstel is er op gericht dat ouders vroegtijdig nadenken over de invulling van het ouderschap na scheiding en hierover afspraken maken om onnodige conflicten te voorkomen. Het wetsvoorstel gaat ervan uit dat beide ouders na de scheiding gezamenlijk verantwoordelijk blijven voor de kinderen. Daarnaast wordt ook de zogenaamde flitsscheiding afgeschaft. Het is niet langer mogelijk een huwelijk via de burgerlijke stand om te zetten in een geregistreerd partnerschap en dat vervolgens buiten de rechter om te beëindigen.

Op 1 juli 2004 is het Initiatiefvoorstel-Luchtenveld wet beëindiging huwelijk zonder rechterlijke tussenkomst en vormgeving voortgezet ouderschap (29.676) over hetzelfde onderwerp ingediend. De Eerste Kamer heeft dit wetsvoorstel op 20 juni 2006 na stemming bij zitten en opstaan verworpen. De fractie van D66 stemde voor.

Het voorstel is op 12 juni 2007 aangenomen door de Tweede Kamer. SP, PvdA, VVD, PvdD, ChristenUnie, SGP, PVV en CDA stemden voor. De plenaire behandeling door de Eerste Kamer vond plaats op 18 november 2008. Tijdens de behandeling is de Motie-Strik (GroenLinks) c.s. over een structurele basis voor succesvolle omgangsondersteunende voorzieningen (EK 30.145, G) ingediend. Het wetsvoorstel is op 25 november 2008 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. De fracties van GroenLinks, VVD en D66 stemden tegen. De motie-Strik (GroenLinks) is op 25 november 2008 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. De fracties van VVD, ChristenUnie en SGP stemden tegen.

-------------------------

Zie ook: De brief d.d. 21 november 2008 inzake de noodzaak tot handhaving van ouderschapsplannen van Stichting Kinderen - Ouders - Grootouders aan de Minister van Jeugd en Gezin n.a.v. zijn optreden in het EO-programma “Het Elfde Uur”

------------------------

Compleet overzicht van Eerste Kamerstukken over Wetsvoorstel 30145 ::

Zie ook: http://vaderkenniscentrum.blogspot.com/2008/10/173.html

Het wetsvoorstel is op 25 november 2008 ook in de Eerste Kamer aangenomen. De fracties van GroenLinks, VVD en D66 stemden tegen. Ook de motie-Strik (GroenLinks) op succesvolle structurele omgangsondersteuningsvoorzieningen werd bij de stemming aangenomen. De fracties van VVD, ChristenUnie en SGP stemden tegen.

  • 20 november 2007 :: NCRV-interview op de "Dag van de Rechten van het Kind" met een - zich over vaders, gedeeld ouderschap en het met 2/3 meerderheid in de Tweede Kamer aangenomen amendement op het gelijkwaardig ouderschap na scheiding van haar eigen partijgenoot mr. Jan de Wit uiterst smalend uitsprekend - SP-Eerste Kamerlid mw. mr. Quik-Schuijt
    Zie : http://vaderkenniscentrum.blogspot.com/2007/12/51.html

zondag, november 23, 2008

204. Quik wil ouders voor ouderschapsplan verplicht naar falende Jeugdzorg sturen en omgang onderbrengen in omgangshuizen van de kinderbescherming

Inleidend commentaar

Quik-Schuijt werpt zich binnen de SP weer eens op als de beleidsverantwoordelijke familierechtwoordvoerder die ze niet is, want laat daar geen misverstand over bestaan dat is het Tweede Kamerlid Jan de Wit, en gaat op de SP website weer eens tekeer tegen vaders na de scheiding. Dat is niets nieuws voor Quik-Schuijt die samen met collega-SP-senator Meulenbelt, door wie ze werd aangezocht, het smaldeel vormt van de omgangsfrustrerende en ouderverstotende "bezorgde moeders" in de politiek. Als SP-senator liet Quik daarbij op 20 november 2007 tijdens een NCRV radioprogramma ook al meteen ondubbelzinnig weten aan vaders geen enkele boodschap te hebben.

Onder uitschakeling van de commentaarmogelijkheid laat Quik het nu op de SP-Website weer straffeloos voorkomen dat er, met 550.000 door gescheiden moeders vaderloos gemaakte scheidingskinderen en een epidemie van omgangsfrustratie die al decennia lang onverminderd doorgaat, eigenlijk bij scheiding toch helemaal geen probleem zou bestaan. Niks aan de hand met het scheidingsrecht laat Quik weten. Quik-Schuijt: “De praktijk laat zien dat voor de meeste scheidende ouders de kinderen zorg nummer één vormen en ze er samen ook goed uitkomen. Maar de ouders die er niet uitkomen, hebben meer nodig dan een wettelijke verplichting.’

Hoewel ze eerder te hoop liep tegen het verplichte ouderschapsplan - Quik noemde het evenals het gelijkwaardig ouderschap "windowdressing" - omdat dat voor moeders verplichtend zou zijn, doet Quik het nu weer voorkomen dat ze er eigenlijk een warm voorstander van is. Quik-Schuijt: “Op zich hebben we niets tegen het verplichte ouderschapsplan”.

Maar ze is er nu plotseling zo'n "warm voorstander" van geworden, dat ouderschapsplannen volgens Quik nu plotseling weer onder het toezicht en de controle van de al decennialang in het omgangsrecht gigantisch falende jeugdzorg en kinderbescherming gebracht moeten worden, door ouders te willen verplichten tot de jeugdzorg en kinderbescherming voor het maken van wat zij noemt een "verantwoord ouderschapsplan". Het lijkt er daarbij sterk op dat Quik moet hebben gedacht "If you can't beat them, join them" en de te maken ouderschapsplannen bij voorbaat wil smoren door ze verplicht onder de controle te brengen van de incompetente en vadervijandige jeugdzorg en kinderbescherming, die al decennia in woord en daad hebben laten blijken aan de banden tussen vaders en hun kinderen, aan gedeeld en gelijkwaardig ouderschap en aan het omgangsrecht geen enkele boodschap te hebben.

En natuurlijk eist ze daarbij ook weer geld voor de eeuwige "omgangshuizen", dat andere fiasco van de falende kinderbescherming, om ook alle daadwerkelijk uit ouderschapsplannen dan nog voortkomende omgang van vaders met hun kinderen onder controle en toezicht te kunnen brengen van kinderbescherming en jeugdzorg en deze zo onmiddelijk weer terug te brengen en in te perken tot de paar via een omgangshuis beschikbaar gestelde uurtjes per week omgang onder toezicht en curatele van twee toekijkende jeugdzorg- of kinderbeschermingsjuffrouwen in elke hoek van zo'n truttenhok van de kinderbescherming.

In haar taalgebruik heeft Quik het daarbij verder steeds en systematisch over "omgang" in plaats van over het "gelijkwaardig ouderschap door beide ouders na de scheiding" dat als het SP-partijstandpunt met een kamerbreed gedragen meerderheid door haar eigen partij de SP en haar woordvoerder Jan de Wit met een motie aan het nieuwe scheidingsrecht ten grondslag werd gelegd.

Met dat systematisch gebruik en herintroduceren van de verlaten "omgangs"-terminologie uit het verleden ter vervanging van het nu door de SP aan het partijstandpunt over het scheidingsrecht ten grondlag gelegde uitgangspunt van gelijkwaardig ouderschap door beide ouders na de scheiding, wil Quik verwarring zaaien binnen de SP en ongemerkt het partijstandpunt inzake gelijkwaardig ouderschap ongedaan maken om zo de klok terug te kunnen draaien naar een situatie waarin vaders weer als voorheen systematisch ontouderd en gemarginaliseerd werden en konden worden, moeders het alleen voor het zeggen kregen, ontouderde vaders slechts sporadisch met hun kinderen contact werd toegestaan middels zgn. "omgang" en zelfs dat sporadische contact niet tegen onwillige moeders die het alleen voor het zeggen kregen werd gehandhaafd, terwijl die omgang nu bovendien volgens Quik onder toezicht van en controle door de omgangshuizen van de kinderbescherming en jeugdzorg moet worden ondergebracht. Dezelfde jeugdzorg en kinderbescherming die decennia lang juist medeverantwoordelijk waren voor de massale ontvadering in het familierecht en de honderdduizenden gefrustreerde omgangsregelingen. Een situatie waarover Quik zelf al begin 80-er jaren triomfantelijk wist uit te roepen dat "vaders hun omgangsregelingen toch maar het beste konden inlijsten en boven hun bed hangen, want voor iets anders was hij niet geschikt".

Quik wil zo terug naar een situatie die direct en principieel in strijd is met het nu door de SP gekozen en uitgedragen partijstandpunt van gelijkwaardig ouderschap na scheiding, een partijstandpunt dat middels een SP-motie ook gedragen wordt door een grondwettelijke meerderheid van de Tweede Kamer.

Geen enkele keer verwoord Quik in haar politieke handelen en schrijfsels het eigen SP partijstandpunt voor gelijkwaardig ouderschap van beide ouders na de scheiding. Systematisch wordt door Quik het formuleren, substantiëren en/of verdedigen van het eigen partijstandpunt vermeden. In plaats daarvan spreekt zij uitsluitend weer de oude taal van de ontvadering en de omgangsregelingen. Een keer spreekt zij zich uit over het "gelijkwaardig ouderschap" in het al genoemde NCRV radio interview van 20 november 2007 en deelt dan mee dat zij er zorg voor zal dragen dat het gelijkwaardig ouderschap geen enkele invulling zal krijgen.

Op de SP-website krijgt Quik hieronder weer eens alle gelegenheid om het SP-standpunt voor gelijkwaardig ouderschap van beide ouders na de scheiding verder te ondermijnen. Quik-Schuijt ondermijnt daarbij het partijstandpunt over het scheidingsrecht systematisch en met opzet.

De SP zal toch eens kleur moeten bekennen en handelen naar het eigen partijstandpunt. Daar past Quik-Schuijt niet in. Zij moet daarom weg als SP-woordvoerder op het terrein van het familierecht in de Eerste Kamer. Een andere mogelijkheid is er niet als de SP het eigen partijstandpunt tenminste serieus neemt.

Peter Tromp
Vaderkennisccentrum


Quik-Schuijt:: Senaat twijfelt over zin verplicht ouderschapsplan
Bron: SP :: Zorg :: 18-11-2008

De senaat is zeer kritisch over de wet waarin ouders verplicht worden om bij hun scheiding een ouderschapsplan in te dienen, waarin de zorg om de kinderen onderling wordt geregeld. In juni werd die wet bijna unaniem door de Tweede Kamer aangenomen, maar in de Eerste Kamer kwam de kritiek van alle kanten. Woordvoerders van SGP tot GroenLinks en van SP tot VVD overvielen de ministers Hirsch Ballin en Rouvoet met hun bezwaren. En ook de coalitiepartijen zagen eigenlijk meer nadelen dan voordelen. Kwalificaties als ‘windowdressing’, ‘voorbeeld van overregulering’ en ‘niet te handhaven’ vlogen de ministers om de oren.

“Op zich hebben we niets tegen het verplichte ouderschapsplan”, zei SP-senator Nanneke Quik-Schuijt, die zelf als kinderrechter jarenlang te maken had met de problemen met scheidende ouders. “De praktijk laat zien dat voor de meeste scheidende ouders de kinderen zorg nummer één vormen en ze er samen ook goed uitkomen. Maar de ouders die er niet uitkomen, hebben meer nodig dan een wettelijke verplichting.’

Minister Rouvoet was er echter van overtuigd dat de verplichting om een plan te maken onwillige ouders een sterke prikkel zal geven om aan het belang van de kinderen te denken. De SP-senator vond dat de verplichting er pas zou mogen komen als de mensen die hulp nodig hebben om een plan te maken dat méér inhoudt dan een standaardtekstje, dat door een advocaat in elkaar wordt gedraaid en waar de rechter snel zijn goedkeuring aan zal geven omdat die maar 20 minuten heeft voor een echtscheidingszaak. Daarom pleitte ze ervoor om de Bureaus Jeugdzorg behoorlijk toe te rusten om ouders te helpen een verantwoord plan te maken en vroeg ze een structurele financiering van omgangshuizen met omgangsbegeleiding

Nadat minister Rouvoet had gesteld dat een ouderschapsplan niet door een bureau Jeugdzorg moet worden gemaakt, maar dat de ouders dat zelf moeten doen, dienden GroenLinks, SP en D66 een motie in. Daarin wordt de regering gevraagd om ‘succesvolle omgangsondersteunende voorzieningen van een structurele basis te voorzien.’ Volgende week dinsdag volgt de stemming over de wet en de motie.

203. OM Rapport - Incestbeschuldigingen door moeders bij echtscheiding meestal onterecht blijkt uit rapport Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken

'Aantijging kindermisbruik meestal onterecht'

Dat blijkt uit een rapport over zedenzaken na echtscheidingen.

Beschuldigingen van kindermisbruik na een conflictueuze echtscheiding zijn meestal onterecht. Dit blijkt uit het rapport Misbruik, misleiding en misverstanden. Het is opgesteld door de Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken, die complexe, twijfelachtige politiedossiers beoordeelt. In de expertisegroep, die is ingesteld door het Openbaar Ministerie, werken specialisten uit vier disciplines samen. Ze hebben strafdossiers bestudeerd van 42 zedenzaken die zijn begonnen na een echtscheiding en adviezen uitgebracht aan officieren van justitie. In 95 procent van deze zaken pleitten de experts voor het stopzetten van de vervolging.

---------------------------------------------

Rapport 'Misbruik, Misleiding en Misverstanden - onderzoeksverslag van de Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken over de periode 2003-2007'; Hfst 10: Conclusies en aanbevelingen uit het onderzoeksverslag; Openbaar Ministerie, 2008
Bron: Openbaar Ministerie; mr. drs. N.M. Nierop & mr. drs. P. van den Eshof; Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken; november 2008

--------------------------
Hoofdstuk 10. Conclusies en aanbevelingen uit het onderzoeksverslag

Ingediende zaken
De Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken heeft sinds haar instelling in 1999 ruim 200 zaken beoordeeld. Vanaf 2006 is sprake van een toename van het aantal verzoeken. Het aantal zaken dat krachtens de Aanwijzing verplicht [8] is voorgelegd is in de loop der jaren afgenomen. Het aantal zaken dat op facultatieve basis is voorgelegd is in de loop der jaren toegenomen. In de eerste jaren lag de nadruk op hervonden herinneringen en ritueel misbruik. Tegenwoordig worden vooral beschuldigingen van seksueel misbruik na een echtscheiding [9] voorgelegd (30%). De Expertisegroep stelt vast dat dit de meest problematische zaken zijn: in 95% van alle gevallen werd aan de officier van justitie geadviseerd om het rechercheonderzoek te stoppen.

Analyse in een vroeg stadium
Een aangifte van seksueel misbruik, al dan niet in een afhankelijkheidsrelatie, vormt een zware beschuldiging. Voor de onschuldige verdachte zijn de gevolgen dramatisch, zelfs indien de beschuldigde later door de rechter wordt vrijgesproken.

Het strafproces over een zedenmisdrijf genereert publiciteit en voor de oppervlakkige toeschouwer is de vuistregel: waar rook is, is vuur. De betekenis van vrijspraak is daarom voor velen slechts dat de feiten niet konden worden bewezen. Daarom is belangrijk om in een vroeg stadium te onderzoeken of er sprake is van misbruik, misleiding of misverstanden.

De degelijkheid van het rechercheonderzoek is daarbij cruciaal. Hierbij zijn vijf punten van belang: (1) de volledigheid van de aangifte, (2) het ontrafelen van de ontstaansgeschiedenis van de aangifte, (3) het beschrijven van de chronologie van gebeurtenissen (het maken van een tijdlijn), (4) het rechercheren naar de overeenstemming tussen beweringen en feiten (de validiteit), en (5) de beoordeling van het technische realisme van het aangiftescenario. Het Scenario Analyse Model dat in dit verslag wordt gepresenteerd, kan daarbij dienen als leidraad.

Omstreden herinneringen en therapie
Een groot deel van de vermeende slachtoffers is in therapie (geweest). De Expertisegroep vraagt zich af of hulpverleners voldoende op de hoogte zijn van de richtlijnen uit het rapport Omstreden Herinneringen van de Gezondheidsraad (2004).

Er zijn nog steeds voorbeelden van hulpverleners die klinische gegevens, dromen of beelden interpreteren en vervolgens stellige uitspraken doen over de validiteit (‘geloofwaardigheid’) van beweringen van cliënten. Het gaat hierbij beslist niet alleen om alternatieve hulpverleners, maar ook om reguliere, BIG-geregistreerde theapeuten.

Hervonden herinneringen ontstaan niet altijd in therapie; ze kunnen bijvoorbeeld ook ontstaan in gesprekken tussen aangeefsters en andere personen met wie een vertrouwensband bestaat. Ook komt het voor dat het hervinden van herinneringen de aanleiding vormt om in therapie te gaan en dat in een thepeutische setting wordt getracht meer herinneringen naar boven te halen.

Het onderscheid tussen hervonden herinneringen en oude herinneringen (seksueel misbruik dat acht jaar geleden zou hebben plaatsgevonden) is in sommige gevallen moeilijk te maken: is de herinnering continu of hervonden? Voor het beoordelen van aangiften blijkt dit onderscheid weinig relevant, omdat de Expertisegroep de ontstaansgeschiedenis analyseert en in alle gevallen onderzoekt of er feiten en oorspronkelijke getuigenverklaringen zijn die de aangifte ondersteunen. In de meeste gevallen constateert de Expertisegroep ernstige tekortkomingen. Opvallend is dat er veel overeenkomsten zijn tussen beide categorieën zaken en aangeefsters.

Dit geldt overigens ook voor de groep aangeefsters met een uitgebreide hulpverleningsgeschiedenis die beschuldigingen uiten van seksueel misbruik die niet gebaseerd zijn op hervonden herinneringen.

Seksueel misbruik en echtscheidingen
De Expertisegroep adviseert voorzichtig te zijn met beschuldigingen van seksueel misbruik die zijn gebaseerd op het interpreteren van opvallend gedrag van jonge kinderen. In de zaken die de Expertisegroep heeft beoordeeld zijn veel voorbeelden te vinden van bezorgde ouders die onvoldoende weten over de ontluikende seksuele ontwikkeling van kinderen (‘doktertje spelen’). Verder blijkt de intieme situatie van verzorgingshandelingen (wassen, douchen, verschonen, verplegen) een kwetsbare omgeving te zijn voor het ontstaan van onjuiste vermoedens. In een ruzieachtige sfeer tussen gescheiden ouders waarin een conflict bestaat over de toewijzing of verzorging van kinderen leiden seksueel getinte uitspraken van jonge kinderen gemakkelijk tot een onjuiste interpretatie van signalen.

Omdat in dergelijke zaken ondersteunend bewijs ontbreekt, is het studioverhoor van beslissende betekenis. De ervaren verhoorder weet dat de verwachtingen hooggespannen zijn. Enerzijds wil hij laten zien dat hij over professionele kwaliteiten beschikt om ‘alles eruit te krijgen’; anderzijds moet hij de waarheidsvinding voor ogen houden. Indien een verhoor in een dergelijke situatie ‘niets’ oplevert, voldoet het meestal niet aan de verwachtingen van een aangever. In plaats van opluchting omdat er misschien niets is gebeurd, is meestal sprake van teleurstelling.

Er zijn gevallen waarin een ouder zodanig is gefixeerd op het vaststellen van het slachtofferschap van het kind, dat er sprake is van een verontrustend opvoedingsklimaat. De Expertisegroep signaleert in adviesrapporten regelmatig dergelijke situaties, maar kan daar weinig aan doen.

Verstandelijk gehandicapten
De Expertisegroep heeft een aantal zaken beoordeeld waarin ‘taxatiegesprekken’ zijn gevoerd met verstandelijk gehandicapten. In de praktijk zijn deze taxatiegesprekken van wisselende kwaliteit. Verder stelt de Expertisegroep vast dat er in taxatiegesprekken sprake is van (pogingen tot) waarheidsvinding. Daarom is het noodzakelijk dat deze gesprekken audiovisueel worden vastgelegd. Wanneer wordt besloten aangifte te doen, zouden deze beeld- en geluidsopnames beschikbaar moeten worden gesteld aan de politie. Momenteel is dit niet altijd het geval.

Naleving van voorschriften uit de Aanwijzing
In de Aanwijzing Opsporing en vervolging van seksueel misbruik staan allerlei voorschriften voor de politie. De Aanwijzing is niet op alle punten even logisch, de formuleringen zijn niet altijd helder en er wordt niet toegelicht hoe het naleven van voorschriften moet worden vermeld in het dossier.

Er zijn nog altijd regels die niet worden nageleefd. Veel aangiften worden niet op geluidsband opgenomen, of althans er wordt geen melding van gemaakt in het dossier.

Over het informatieve gesprek staan geen of te weinig gegevens in het dossier. Er worden nauwelijks tijdlijnen gemaakt; dit probleem heeft de Expertisegroep in het vorige verslag ook gesignaleerd. Blijkens de jurisprudentie kan het niet naleven van voorschriften uit de Aanwijzing consequenties hebben voor de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie of de bewijsvoering. Het belang van een duidelijk geformuleerde Aanwijzing, naleving van de voorschriften en verslaglegging daarvan is dan ook groot.

Verder is een paar keer naar voren gekomen dat een schriftelijke uitwerking van een studioverhoor niet letterlijk overeenkwam met de werkelijkheid. Dit moet worden toegeschreven aan slordigheid, maar het resultaat was in voornoemde gevallen niet in het voordeel van de beschuldigde. Om die reden heeft de coördinator van de Expertisegroep in 2006 besloten dat alle schriftelijke uitwerkingen van studioverhoren worden vergeleken met de audiovisuele opnamen.

Conclusies in rapporten
De formulering van de conclusies in de rapporten van de Expertisegroep is enigszins gewijzigd. De conclusies worden tegenwoordig geformuleerd in termen van feiten en bewijs; de term ‘geloofwaardigheid’ wordt niet meer gebruikt. Indien er ernstige tekortkomingen zijn of het dossier onvoldoende informatie bevat maar nader onderzoek zinloos is, wordt geadviseerd om te stoppen. Dit gebeurt vaak (78%) en hieruit kan de conclusie worden getrokken dat de Expertisegroep vrij kritisch is. Aan de andere kan moet er op worden gewezen dat dit ook te maken heeft met de aard van de zaken die worden beoordeeld. Vooral dubieuze en problematische zaken worden aan de Expertisegroep voorgelegd. Indien de officier van justitie geen twijfel heeft en wil vervolgen, vraagt hij immers geen advies. De aangiften van seksueel misbruik waarover de Expertisegroep zich buigt, zijn dan ook niet representatief voor aangiften in het algemeen. Het is echter aannemelijk dat de door de politie en hulpverlening gemaakte fouten ook in andere zaken worden gemaakt. Dat geeft te denken.

Taalgebruik
Bij aangiften van seksueel misbruik in afhankelijkheidsrelaties zijn weinig sporen en is men vaak afhankelijk van verklaringen van aangeefsters en getuigen. Daarom is het belangrijk om in eerste instantie zorgvuldig te zijn met de gebruikte terminologie. In sommige dossiers van discutabele zedenzaken worden termen gebruikt die aan een slordige lezer de indruk geven dat het gaat over feiten. Er wordt gesproken over het slachtoffer, terwijl nadere bestudering duidelijk maakt dat het slachtofferschap ter discussie staat. Er worden getuigen opgevoerd die alleen kunnen verklaren over wat ze van anderen hebben gehoord. En de verdachte blijkt bij nader inzien een beschuldigde. Verder komt voor dat in plaats van een letterlijke weergave samenvattingen zijn gemaakt die sterk zijn gericht op de bewijsvoering en waarin andere informatie is weggelaten.

Onderzoek onder officieren van justitie
De conclusies worden vrijwel altijd door de officier van justitie overgenomen. In de meeste gevallen voldoet het rapport aan de verwachtingen van de officier. Er zijn diverse redenen om een zaak te laten beoordelen. Soms bestaat er twijfel en heeft de officier nog geen mening over de vervolgingsbeslissing, maar in andere gevallen bestaat er behoefte aan onderbouwing van een voornemen om de zaak te seponeren (ter voorkoming van een artikel 12 Wetboek van Strafvordering procedure). Omdat de meeste zaken facultatief worden voorgelegd, gaat het doorgaans om gecompliceerde aangiften. De meeste officieren zijn positief over de kwaliteit van de rapporten. Sinds de Aanwijzing uit 2005 kunnen ook zaken worden voorgelegd waarin een verdachte is of was aangehouden. De keerzijde hiervan is dat de doelstelling van de Aanwijzing (voorkoming van onnodige beschadiging van onterecht beschuldigden) in de knel kan komen.

Voetnoten:
[8] Hervonden herinneringen, herinneringen aan misbruik voor de derde verjaardag en ritueel misbruik.
(Aanvulling & update Vader Kennis Centrum: Zie 'Aanwijzing opsporing en vervolging inzake seksueel misbruik' (2010A026); http://wetten.overheid.nl/BWBR0029026; https://www.om.nl/onderwerpen/seksueel-geweld/@86229/aanwijzing-opsporing-0/)
[9] Deze facultatieve categorie is geïntroduceerd in de Aanwijzing van 2005.


---------------------------

Onderzoeksverslag Expertisegroep Zedenzaken verschenen
Bron: Openbaar Ministerie - 21 november 2008

Vandaag verschijnt het derde onderzoeksverslag van de Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken, getiteld ‘Misbruik, Misleiding en Misverstanden’ (Nierop & Van den Eshof, 2008). Het verslag wordt vandaag in Zeist gepresenteerd op een symposium voor politie en openbaar ministerie. De Expertisegroep adviseert officieren van justitie omtrent het al dan niet voortzetten van de vervolging bij aangiften van seksueel misbruik waarover twijfel bestaat.

Uit onderzoek onder officieren van justitie blijkt dat zij de adviezen van de Expertisegroep vrijwel altijd overnemen. Conform de Aanwijzing ‘Opsporing en vervolging inzake seksueel misbruik’ is voor officieren van justitie consultatie van de Expertisegroep in sommige gevallen verplicht (bij aangiften gebaseerd op hervonden herinneringen, aangiften van misbruik voor de derde verjaardag en aangiften met aspecten van ritueel misbruik) en in andere gevallen facultatief (zoals aangiften van seksueel misbruik na echtscheiding). Hoewel officieren van justitie niet verplicht zijn beschuldigingen van seksueel misbruik na echtscheiding voor te leggen, vormt dit voor de Expertisegroep inmiddels de grootste categorie zaken (30%).

Adviezen Expertisegroep
In 69% van de zaken uit de verslagperiode 2003-2007 concludeerde de Expertisegroep dat er sprake was van onvoldoende aanwijzingen (tegenstrijdigheden, onjuistheden, onmogelijkheden, ernstige tekortkomingen) en werd geadviseerd het onderzoek te stoppen. In 9% van de zaken werd geadviseerd het onderzoek te stoppen, omdat het dossier onvoldoende relevante informatie bevatte voor een beoordeling door de Expertisegroep, terwijl nader onderzoek zinloos was vanwege cruciale fouten in de ontstaansgeschiedenis van de zaak.

In 18% van de zaken bevatte het dossier onvoldoende relevante informatie voor een beoordeling door de Expertisegroep, maar was nader onderzoek zinvol en werden opsporingsaanbevelingen gedaan. In 4% van de voorgelegde zaken concludeerde de Expertisegroep dat er geen tekortkomingen waren in de ontstaansgeschiedenis van de beschuldiging en er voldoende feiten waren die de aangifte ondersteunden, en werd geadviseerd over te gaan tot vervolging van de beschuldigde. Bij aangiften van seksueel misbruik na echtscheiding werd in 95% van de gevallen geadviseerd het onderzoek te stoppen (86% ernstige tekortkomingen, 9% nader onderzoek zinloos).

Analysemodel
Aan de hand van voorbeelden wordt in het verslag uitvoerig ingegaan op de aard van de zaken. In een meer theoretisch deel van het verslag lanceren de onderzoekers Nierop en Van den Eshof bovendien het Scenario Analyse Model (SAM). In dit analysemodel wordt een onderscheid gemaakt tussen doelbewuste valse beschuldigingen (misleiding) en onjuiste interpretaties van bijvoorbeeld gedrag, verzorgingshandelingen, dromen, klinische of medische gegevens (misverstanden). Daarbij worden factoren weergegeven die op diverse momenten in de ontstaansgeschiedenis van onjuiste beschuldigingen een rol kunnen spelen.

Het gaat hierbij om achtergrondfactoren (conflicten, psychische problemen, bezorgdheid) en om escalerende factoren die zich voordoen tijdens het ontstaan van onjuiste beschuldigingen (bijvoorbeeld suggestief of frequent ondervragen, shoppen bij hulpverleners) of tijdens het opsporingsonderzoek (zoals hulpverlening laten prevaleren boven waarheidsvinding, onvoldoende doorvragen, tegenstrijdigheden niet in kaart brengen). Het analysemodel kan door politie en justitie worden gebruikt als checklist bij het opsporingsonderzoek en is daarom ook als uitvouwbare poster toegevoegd aan het verslag.

Multidisciplinair
De Expertisegroep is multidisciplinair samengesteld en bestaat uit ongeveer twintig deskundigen: rechtspsychologen en cognitief psychologen, klinisch psychologen en orthopedagogen, ervaren zedenrechercheurs en gedragskundigen van het Korps landelijke politiediensten die de rapporten schrijven. De zaken worden in principe door subcommissies van vier deskundigen beoordeeld. Sinds de oprichting van de Expertisegroep in 1999 zijn 250 zaken behandeld.

Tijdens het symposium van vandaag worden presentaties gegeven over de Expertisegroep, het Scenario Analyse Model, omstreden herinneringen, omstreden therapeuten, de normale seksuele ontwikkeling van kinderen, problemen bij studioverhoren, beschuldigingen van seksueel misbruik met betrekking tot verstandelijk gehandicapten en de aanpak van de politie bij onjuiste beschuldigingen.

Bestand: Onderzoeksrapport 'Misbruik, misleiding en misverstanden'(2 Mb)|pdf-bestand

Zie ook:


-------------------------
Uit de media over het LEBZ rapport:

'Aantijging kindermisbruik vaak onterecht'Dag.nl - 21 nov 2008
Beschuldigingen van kindermisbruik na een conflictueuze echtscheiding zijn meestal onterecht. Dit blijkt uit het rapport Misbruik, misleiding en ...

Aangifte misbruik kind na scheiding vaak onterecht
FOK! - 21 nov 2008
Aangiften van seksueel misbruik van een kind zijn bijna altijd onterecht als ze zijn gedaan door een ouder die in echtscheiding ligt. ...

'Beschuldiging kindermisbruik vaak onterecht'
Dag.nl - 21 nov 2008
Beschuldigingen van kindermisbruik na een conflictueuze echtscheiding zijn meestal onterecht. Dit blijkt uit het rapport Misbruik, misleiding en ...


Aangifte misbruik kind na scheiding vaak onterecht
Nieuws.nl - 21 nov 2008
(Novum) - Aangiften van seksueel misbruik van een kind zijn bijna altijd onterecht als ze zijn gedaan door een ouder die in echtscheiding ligt. ...

Onderzoeksverslag Expertisegroep Zedenzaken verschenen
Ezpress (persbericht) - 21 nov 2008
Den Haag, 21 November 2008 /EZPress/ - Vandaag verschijnt het derde onderzoeksverslag van de Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken, ...

Aangifte misbruik vaak onterecht in scheidingszaken
De Telegraaf - 21 nov 2008
DEN HAAG - Aangiften van seksueel misbruik bij kinderen rond problematische echtscheidingen worden vaak onterecht gedaan. In 95 procent van de gevallen ...

Aangifte misbruik vaak onterecht in scheidingszaken
De Telegraaf - 21 nov 2008
DEN HAAG - Aangiften van seksueel misbruik bij kinderen rond problematische echtscheidingen worden vaak onterecht gedaan. In 95 procent van de gevallen ...

Onderzoeksverslag Expertisegroep Zedenzaken verschenen
Nieuwsbank (persbericht) (abonnement) - 21 nov 2008
Het onderzoeksrapport Vandaag verschijnt het derde onderzoeksverslag van de Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken, getiteld `Misbruik, ...

---------------------------
Gerelateerde artikelen bij Vader Kennis Centrum over valse beschuldigingen door ouders in scheidings- en omgangsprocedures:

Kwaadwillende moeders - valse beschuldigingen - collaborerende hulpverleners (crèche, paranormale genezers) - Vader vals beschuldigd
Vaderkenniscentrum, Nr. 156, zondag, september 21, 2008
http://vaderkenniscentrum.blogspot.com/2008/09/156.html

VARA ZEMBLA - Valse incestbeschuldigingen door moeders bij scheiding - Moeders liegen ex de cel in - Verdachte vaders
Vaderkenniscentrum, Nr. 315, zondag, mei 24, 2009
http://vaderkenniscentrum.blogspot.com/2009/05/315.html

Tuchtrecht gezondheidszorg LJN: YG0843: Huisarts gewaarschuwd omdat hij, zonder vader te informeren, moeder adviseert om de kinderen aan te melden bij het Centrum Psychotraumatische Hulpverlening Flevoland. Ook advies dient beschouwd te worden als medische verrichting.
Vaderkenniscentrum, Nr.734a, dinsdag, maart 01, 2011
http://vaderkenniscentrum.blogspot.com/2011/03/734a.html

Petitie ‘Knelpunten Jeugdzorg en scheidingsgezinnen’
Vaderkenniscentrum, Nr.735, woensdag, maart 02, 2011
http://vaderkenniscentrum.blogspot.com/2011/03/735.html

Vals beschuldigd van incest na scheiding (VPRO documentaire Lang:gestraft)
Vaderkenniscentrum, Nr.750, donderdag, maart 17, 2011
http://vaderkenniscentrum.blogspot.com/2011/03/750.html

maandag, november 17, 2008

201. Eerste Kamerbehandeling Wetsvoorstel 30145 (Voortgezet Ouderschap na Scheiding) morgenmiddag 18 november (13.30 - 20.00 uur)

Agenda plenaire vergadering van de Eerste Kamer op dinsdag 18 november 2008 13.30 uur

Bron: Eerste Kamer der Staten-Generaal; 17 november 2008

13.30 - 13.40 uur hamerstukken en stemming

13.40 - 15.35 uur eerste termijn Kamer

15.35 - 17.00 uur pauze

17.00 - 19.45 uur antwoord regering, re- en dupliek
Deze tijden zijn indicatief, waar versnelling mogelijk is zullen de tijden worden aangepast.

Deze agenda kan nog gewijzigd worden.

-------------------------------------------
Zie voor het overzicht van behandelstukken van Wetsvoorstel 30145 (Voortgezet Ouderschap Na Scheiding) in de Eerste kamer tot nu toe:
-------------------------------------------

Eerste Kamer debatteert over ouderschapsplan bij echtscheiding
Bron: Eerste Kamer der Staten Generaal - Vrijdag 14 november 2008

Een ouderschapsplan bij echtscheiding wordt verplicht en de mogelijkheid om snel te scheiden ('flitsscheiding') verdwijnt. Dit zijn de hoofdlijnen van een wetsvoorstel (30.145) dat de ministers Hirsch Ballin van Justitie en Rouvoet voor Jeugd en Gezin dinsdag 18 november verdedigen in de Eerste Kamer. Voor het debat met de ministers hebben zich zeven senatoren aangemeld: Broekers-Knol (VVD), Engels (D66), Franken (CDA), Holdijk (SGP), Haubrich-Gooskens (PvdA), Quik-Schuijt (SP) en Strik (GroenLinks).

Ruim twee jaar geleden sneuvelde in de Senaat het initiatiefvoorstel-Luchtenveld (29.676) dat beëindiging van een huwelijk zonder rechterlijke tussenkomst mogelijk maakte en tevens voorzag in een regeling van voortgezet onderschap. Ook na wetenschappelijke kritiek op het uitgangspunt van automatisch voortduren van gezamenlijk ouderschap in geval van scheiding houdt de regering hieraan vast. In de nadere memorie van antwoord wijzen de ministers Hirsch Ballin en Rouvoet op de mogelijkheden voor de rechter om van het gezamenlijk ouderschap af te wijken als dit in het belang van het kind (de kinderen) wordt geacht. Daarbij kan een aan te stellen bijzondere curator een rol spelen.

----------------------------------------
Zie voor het overzicht van behandelstukken van Wetsvoorstel 30145 (Voortgezet Ouderschap Na Scheiding) in de Eerste kamer tot nu toe:

zondag, november 16, 2008

200. Moeder voor het eerst vervolgd voor niet afgeven kind bij omgang (met datumcorrectie zitting)

Correctie bij onderstaand bericht:

Heden 11 december 2008 ontving het Vaderkenniscentrum bericht dat de
op 15 december a.s. geplande zitting van de politierechter bij de Rechtbank Leeuwarden werd uitgesteld naar donderdag 22 januari 2009. Als reden werd aangegeven dat door de uniekheid van de zaak, deze nu i.p.v. door een rechter door een meervoudige kamer van drie rechters zal worden behandeld.

Inleiding


Voor de eerste keer wordt in Nederland op een aangifte van een vader op maandag 15 december 2008 nu ook een moeder door het OM vervolgd voor het niet nakomen van de omgangsregeling bij de politierechter Leeuwarden. De vervolging vindt plaats wegens onttrekking aan het ouderlijk gezag (artikel 279) in het verlengde van het Hoge Raadsarrest uit 2005.

De vader, Peter Brons uit Burgum, Friesland van deze aangifte laat weten dat de openbare zitting bij de politierechter hierover op maandag 15 december 2008 om 12.00 uur bij de politierechter op de locatie Zaailand van de Rechtbank Leeuwarden plaats zal vinden. Verdere bijzonderheden over het adres en een routebeschrijving naar de zittingslocatie kunt u vinden op:

Handreiking van het Vaderkenniscentrum voor de aangifte van Onttrekking Ouderlijk Gezag (art 279) bij politie en justitie bij het niet nakomen van een omgangsregeling bij gezamenlijk gezag

In 2005, nu drie jaar geleden, heeft het Vaderkenniscentrum van Stichting Kind en Omgangsrecht, als eerste van de ouderorganisaties, omgangsouders met gezamenlijk gezag erop gewezen, dat omgangsfrustratie door verblijfsouders (veelal moeders) bij gezamenlijk gezag bij arrest van de Hoge Raad van 15 februari 2005 als een strafbare daad ingevolge art. 279 van het Wetboek van Strafrecht ("onttrekking van kinderen aan het gezag") aangemerkt was en daarbij gewezen op de noodzakelijkheid voor omgangsouders om hiervan ook aangifte te doen bij politie en justitie.

Het Vaderkenniscentrum heeft toen omgangsouders opgeroepen bij omgangsfrustratie zoveel mogelijk aangifte bij politie en justitie te doen en daartoe ook een tweetal handreikingen beschikbaar gesteld over hoe daartoe te handelen (zie de links in het kader hiernaast).

Deze aangiften werden echter tot nu toe door een onwillige politie en justitie steeds enorm tegengewerkt. Het illegaal weigeren van het opnemen van aangifte van onttrekking kwam de politie in februari 2007 ook op een uiterst kritisch rapport van de Nationale Ombudsman te staan (zie voor dit rapport van de Nationale Ombudsman ook het kader hiernaast).

Politie en justitie lijken nu hun leven te beteren en hun werk te willen gaan doen. Hieronder een situatie waarin voor het eerst niet alleen de politie de aangifte heeft opgenomen, maar ook justitie het aangegeven strafbare feit van onttrekking bij omgangsfrustratie ook daadwerkelijk zal gaan vervolgen.


Ik hoop daarom dat een aantal omgangsouders onder u - die in de relatie met hun kinderen na een scheiding zozeer te lijden hebben van omgangsfrustratie door verblijfsouders - op maandag 15 december 2008 op deze voor omgangsouders met gezamenlijk gezag zo belangrijke openbare zitting bij de politierechter in Leeuwarden aanwezig wil zijn.

Peter Tromp
Vaderkenniscentrum van Stichting Kind en Omgangsrecht

--------------------
Moeder vervolgd voor niet afgeven kind
Bron: Leeuwarder Courant, Zaterdag 15 november 2008


Leeuwarden - Voor de eerste keer in Nederland moet een vrouw zich voor de strafrechter verantwoorden, omdat ze de omgangsregeling voor haar zoon niet is nagekomen. De uitspraak is vooral van belang voor vaders die door hun ex belemmerd worden in de omgang met hun kinderen.

"Dit is een uniek geval, Nederland houdt zijn adem in", zegt Arthur Ross van de Stichting Ouders Zonder Omgang. Beide ouders hebben sinds een wetswijziging in 1998 gelijke omgangsrechten na een scheiding.

"Dit klinkt goed, maar Nederlandse rechters ontzien vrouwen massaal. Zo bepaalde de Hoge Raad dat er alleen sprake is van een misdrijf, wanneer iemand die geen ouderlijk gezag heeft, het kind onttrekt aan het ouderlijk gezag. Dus als de moeder haar kinderen niet meegaf aan de vader, werd dit door de vinger gezien."

In 2006 echter gaf de Amsterdamse rechtbank een moeder gelijk die haar ex aanklaagde omdat hij de kinderen moest hebben teruggebracht. "Zij had namelijk het bevoegde opzicht op de kinderen vanaf het tijdstip dat hij de kinderen moest hebben teruggebracht. Op deze uitspraak borduurt Brons nu voort."

Advocaat in ruste Peter Prinsen die zich zijn werkzame leven over over familierecht boog, onderstreept het belang van de inmenging van de strafrechter.

"Nu gaat veel tijd verloren aan civiele procedures. Ik hoop op jurisprudentie die ervoor zorgt dat een vader met hulp van de politie zonder veel discussie zijn kind mee kan krijgen. Gelijke monniken, gelijke kappen."

"Doe aangifte als je ex je kind niet geeft"

Burgum - "Mijn zoon heeft het recht zijn vader te zien." Het is kort gezegd de belangrijkste drijfveer van Peter Brons uit Burgum zijn ex voor de strafrechter te slepen. Op 15 december moet zij zich verantwoorden voor de strafrechter.

Hiermee is ze de eerste in Nederland en dat feit blijft niet onopgemerkt. Organisaties als Stichting Ouders Zonder omgang (Stozo) en Justice for Fathers volgen de zaak met argusogen. Het verhaal van Brons staat namelijk niet op zichzelf. Het gaat vaak mis met omgangsregelingen nadat ouders zijn gescheiden. Naar schatting zien 60.000 tot 80.000 kinderen een van hun ouiders niet zegt Arthur Ross van Stozo.

Na de scheiding, acht jaar geleden, zag Brons af van omgang met zijn zoon. "Er was veel ellende, mede door mijn toedoen. Ik wilde ons allen rust gunnen."

Na anderhalf jaar poogde de Burgumer via de rechtbank alsnog een omgangsregeling te krijgen. "Ik miste hem vreselijk."

Na negatief advies van de Kinderbescherming werd zijn verzoek afgewezen. "De kinderbescherming kwam tot dat advies omdat de moeder niet wilde meewerken."Uiteindelijk opperde de rechtbank een poging tot bemiddeling. Na een tijdje 'mediation' stopt dit op verzoek van de moeder. Hierop stelde de rechtbank begeleide omgang voor met Jeugdzorg. De moeder stemde aanvankelijk in, zodat de rechtbank Brons' verzoek om een gewone omgangsregeling afwees.

Brons kaartte de zaak aan bij het Gerechtshof in Leeuwarden. Dit stelde hem in maart 2007 in het gelijk. De moeder moest akkoord gaan met het contact tussen vader en zoon, dat in mei zou beginnen. "Ook toen meldde ze niet te zullen meewerken. Hierop heb ik via de voorzieningenrechter geregeld dat ik een dwangsom kan laten opleggen. Het middel heb ik achter de hand, maar nooit toegepast."

Zoals Brons verwachtte, mislukte de omgang. "Ik heb aangifte gedaan en telkens melding gemaakt als het weer niet was gelukt mijn zoon op zondag eens in de twee weken mee te krijgen. De politie schakelde jeugdzorg in, omdat ze zich zorgen maakte over mijn zoon."

Brons' zoon staat sinds vorig jaar onder toezicht van een voogd. Öp diens verzoek leg ik de dwangsom niet op vanwege de schade die dit mijn zoon kan berokkenen. zo wordt voor mijn gevoel de moeder weer in bescherming genomen. Al acht jaar zegt men dat ik begrip moet hebben en in het belang van mijn kind moet handelen."

Brons vreest dat het grote moeite zal kosten alsnog een band met zijn zoon op te bouwen. Äls het niet tot een veroordeling komt, hoop ik maar dat hij nieuwsgierig naar me wordt als hij een jaar of achttien is." De ex-partner wil vanwege de strafzaak nu niet reageren.

-----------------------------------------
------------------------------------------
Leeuwarder Courant, Zaterdag 15 november 2008
(Klik op de afbeelding voor een beter leesbare weergave)

donderdag, november 13, 2008

197. Gezinsnota - Minister Rouvoet laat onderzoek doen naar de kosten van gezinsvriendelijk werkgeverschap

Volgend jaar (2009) organiseert Rouvoet een conferentie over het gezin, waarbij hij ook bedrijfsleven en vakbonden wil betrekken.

Onderzoek naar 'gezinsvriendelijk werkgeverschap'

Bron: Jeugd en Gezin | Nieuwsbericht, 28 oktober 2008

Minister Rouvoet laat onderzoeken hoeveel ‘gezinsvriendelijk werkgeverschap’ kost en oplevert. Hij zei dit vandaag tijdens een toespraak in de Haagse Kloosterkerk.

Voor een internationaal publiek van werkgevers, bestuurders en politici wees Rouvoet erop dat veel mensen wel (meer) willen werken, maar dat dit slecht te combineren is met hun gezins- en opvoedingstaken. ‘Meer kinderopvang is hiervoor niet de oplossing, omdat het gaat om ouders die zélf voldoende tijd voor hun kinderen willen hebben.’

Minder stress

Rouvoet doet een beroep op werkgevers en werknemers om beter gebruik te maken van bestaande en nieuwe gezinsvriendelijke maatregelen. Hij wijst daarbij op wisselende begin- en eindtijden, werktijden van tien tot drie uur en meer mogelijkheden voor zelfroosteren, thuis- of telewerken. Volgens hem is er op veel terreinen winst te boeken met gezinsvriendelijke maatregelen. ‘Werkgevers krijgen meer de beschikking over goed opgeleide en goed gemotiveerde werknemers, de arbeidsproductiviteit stijgt, stress en ziekteverzuim nemen af en het is bevorderend voor het bedrijfsimago.’

Begin oktober zijn kabinet en sociale partners in het Najaarsakkoord overeengekomen meer te gaan doen aan ‘gezinsvriendelijker werken'. De OSA (Organisatie voor Strategisch Arbeidsmarktonderzoek) gaat de kosten-/batenanalyse uitvoeren. De resultaten daarvan worden begin maart 2009 gepresenteerd.

Verwijzing

'Modern gezinsbeleid kan niet zonder modern werkgeverschap' Toespraak | 29 oktober 2008 Minister Rouvoet was aanwezig bij de Herfstsalon van Meines & Partners, adviesbureau in in lobbying, public affairs en strategische communicatie. Hij sprak de aanwezigen toe over gezinsvriendelijk werkgeverschap.

'Modern gezinsbeleid kan niet zonder modern werkgeverschap'

Bron: Jeugd en Gezin | Toespraak, 29 oktober 2008

Minister Rouvoet was aanwezig bij de Herfstsalon van Meines & Partners, adviesbureau in in lobbying, public affairs en strategische communicatie. Hij sprak de aanwezigen toe over gezinsvriendelijk werkgeverschap.

Dames en heren,

Het is mij een groot genoegen om in deze Herfstsalon te mogen spreken. Ik neem vanmiddag maar even voor lief dat een kerkgebouw in een salon kan veranderen.

Het is herfst. En herfsten heten ‘stormachtig’ te zijn en soms heten herfsten zelfs ‘heet’. In de klassieke zin betekent dit laatste dat werkgevers, werknemers en kabinet tegenover elkaar stelling hebben genomen.

Dit jaar is het geheel anders. Geen hete herfst: een paar weken geleden lieten werkgevers, werknemers en kabinet zich van hun beste kant zien. In stormachtige tijden zochten en vonden deze drie partijen elkaar. Dat is pure winst en iets waar we als Nederland met recht trots op mogen zijn.

Polders zijn blijkbaar bestand tegen stormen.

Het gaat vanmiddag over bedrijven, gezinsvriendelijke bedrijven of werkgevers. Een belangrijk onderwerp, maar het valt qua betekenis ogenschijnlijk wat weg tegen de achtergrond van veel turbulentie.

Begonnen in Amerika is de financiële crisis ook in de rest van de wereld aangekomen. En duidelijk is al wel dat ook de reële economie er gevolgen van ondervindt.

In welke mate is echt niet te voorspellen. Alertheid is meer dan op haar plaats, bezorgdheid op onderdelen ook. Maar ik wijs u erop dat Nederland er echt relatief goed voor staat. Internationaal wordt dat breed erkend.

We kunnen er trots op zijn dat we door daadkrachtig en adequaat ingrijpen ergere dingen helpen voorkomen.

Ook is positief dat er bewegingen zijn om in internationaal verband deze financiele crisis collectief te bestrijden. Om zo grote gevolgen voor de reele economie zoveel mogelijk te voorkomen.

Ik grijp toch nog maar even de kerk-setting aan. De kredietcrisis heeft elementen in zich die duiden op een van de oude wijsheden van het bijbelboek 1 Timotheus: geldzucht is de wortel van alle kwaad. Ook dit bijbelvers wordt vaak misbruikt. Want met geld op zich is niet veel mis. Met geldzucht is wel van alles mis. Het zou “winst” zijn als we de excessen op dit gebied door deze crisis kunnen uitbannen.

Dames en heren, van de kredietcrisis naar gezinsbeleid en naar een gezinsvriendelijk bedrijfsleven, het onderwerp van deze bijeenkomst, lijkt inderdaad een grote stap. Van de macro- naar de microwereld. Maar volgens mij valt dat mee.

Wij lossen de grote problemen van de wereld namelijk niet op, als we niet in onze eigen micro-wereld beginnen. U en ik. In het bedrijfsleven, in maatschappelijke organisaties, in de politiek en bij de overheid, maar ook in ons privé-leven als echtgenoot, partner, ouder, familielid of vriend.

De kwaliteit van onze samenleving wordt namelijk mede bepaald door de kwaliteit van de samenstellende verbanden en in de waarden waar een mens als persoon voor staat. Verbeter de wereld, begin bij jezelf.

Een van die kleinere verbanden is het gezin. Gezinnen hebben een grote waarde, in zichzelf, en ook voor de maatschappij. Dat is mijn overtuiging en ook die van het kabinet.

Bovendien vormen gezinnen de plek waar toekomstige generaties worden gevormd. Sterke en goed functionerende gezinnen vormen zo een belangrijke bron voor het kweken van betrokkenheid bij de samenleving en voor het overdragen van essentiële normen en waarden.

In een gezin leren kinderen idealiter het goede spoor te vinden, zodat ze als ze volwassen zijn, verantwoordelijkheid kunnen nemen voor zichzelf, hun werk, en hun plaats in de maatschappij.

Als gezinnen bloeien, bloeit de samenleving.

Dit kabinet wil daarom vanuit een vooruitziende blik investeren in gezinsvriendelijk beleid.

Het is geen hang naar vroeger die ons hierin drijft, het is een drang tot sociale innovatie.

De overheid heeft daarbij vooral een voorwaardenscheppende taak: niet verantwoordelijkheden overnemen, maar voorwaarden scheppen, waaronder gezinnen zo goed mogelijk kunnen functioneren. Daar is dit kabinet hard mee bezig.

Wij werken aan een samenhangend jeugd- en gezinsbeleid, waarin alle wetten en regelingen die met gezinnen en jongeren te maken hebben, voor het eerst ook doelbewust op elkaar worden afgestemd, om op die manier een werkelijk gezinsvriendelijk klimaat te creëren.

Dat streven naar samenhangend jeugd- en gezinsbeleid brengt mij ook in gesprek met het bedrijfsleven.

Eén van de grote vraagstukken waar gezínnen mee te maken hebben, is de combinatie van gezin en werk.

Ik kan mij intussen voorstellen dat werkgevers zich hierbij afvragen: mooi, maar ‘what’s in it for me’?

Wel, één van de grote vraagstukken waar werkgevers mee te maken hebben, is het dreigend gebrek aan personeel. Als gevolg van de vergrijzing, maar ook doordat de arbeidsmarkt steeds hogere kwalitatieve eisen aan mensen stelt. Deze knelpunten zijn er, kredietcrisis of niet.

Wij moeten het in Nederland niet hebben van massaproductie, maar vooral van slimmer werken en van innovatie. Ook dat maakt het in de toekomst steeds moeilijker om goed opgeleid, geschikt personeel te vinden.

Het komt mij voor dat beide problemen zich laten oplossen door het streven naar gezinsvriendelijk werkgeverschap. En dat lijkt mij goed nieuws.

Het zou heel goed kunnen dat de talenten waar werkgevers hard naar op zoek zijn, in ruime mate aanwezig zijn. Sterker: we weten zeker dat die talenten aanwezig zijn, maar ze worden niet aangesproken.

Een grote groep mensen staat in onze samenleving aan de kant: vrouwen, allochtonen, gehandicapten en Wajongers, die graag meer kansen zouden krijgen op de arbeidsmarkt.

Vandaag wil ik mijn verhaal toespitsen op dat deel van het arbeidspotentieel dat goed opgeleid en goed gemotiveerd is, maar voor een belangrijk deel onbenut blijft.

Het gaat hierbij vooral om vrouwen.

Ik pleit er beslist niet voor om elke vrouw tegen haar zin de arbeidsmarkt op te jagen.

Maar aangezien veel van deze vrouwen – volgens RWI-onderzoek dat ook door de Commissie Bakker wordt geciteerd een kleine 300.000 – graag wíllen werken, is er veel winst te behalen. Maar dan moeten we de problematiek wel in samenhang bezien.

Modern gezinsbeleid kan niet zonder modern werkgeverschap.

Op zichzelf doen we het in Nederland wat betreft arbeidsparticipatie niet slecht. Steeds meer vrouwen blijven aan het werk nadat ze een kind hebben gekregen. Dat levert ons land een hoge participatie op in vergelijking met andere landen. Maar u weet het vermoedelijk ook: dit gaat vooral om kleine deeltijdbanen. Nergens in Europa werken zoveel vrouwen zo weinig als in ons land.

De reflex in het debat was tot op heden vaak: de kinderopvangvoorzieningen moeten beter. Maar in het effect van investeringen daarin is een zekere verzadiging opgetreden.

Daarover wil ik het vandaag niet zozeer hebben, want het gaat nou net om de ouders die naast hun werk zelf tijd voor hun kinderen willen hebben. Niets ten nadele van kinderopvang, maar daar gaat het nu niet om.

Die kleine deeltijdbanen hebben deels te maken met onze opvattingen over gezin en opvoeding, zo blijkt uit SCP-studies.

In onze cultuur vinden we opvoeding eerst en vooral een zaak van de ouders, en dat is een groot goed!

Maar het heeft zeker ook te maken met de moeilijkheden om gezin en werk te combineren. Veel vrouwen zouden best meer uren willen werken, of om überhaupt te gaan werken, als ze maar de gelegenheid zouden krijgen om een baan te combineren met hun zorgtaken.

Voor ons als kabinet is de keuzevrijheid van ouders eveneens een groot goed. Het is aan mensen zelf om te beslissen hoe zij de taken voor zorg en arbeid met elkaar verdelen of regelen.

Maar we hebben wel de taak om ouders in het spitsuur van hun leven, met kleine kinderen en beginnende carrières, zo goed mogelijk te ondersteunen, zodat zij een gezonde balans kunnen vinden tussen gezin en werk.

Wat mij betreft is dat een absolute voorwaarde bij alle inspanningen die wij doen om de arbeidsparticipatie te verhogen. Gezinnen moeten er wel bij varen! Als we dat loslaten, zullen we op termijn ook van een koude kermis thuiskomen.

Als karaktervorming ergens plaatsvindt, dan toch zeker in het gezin.

Wij moeten ouders de mogelijkheid bieden om gezin en werk op een goede manier te combineren. Dan krijgen veel vrouwen de gelegenheid om zich in een baan verder te ontwikkelen, en krijgen werkgevers het gewenste personeel, maar zonder dat de gezinnen in de knel komen. En dat is de sleutel voor succes.

Om dit te bevorderen, kan de politiek ook een bijdrage leveren.

Het Coalitie-akkoord is er duidelijk over, evenals de kabinetsreactie op het advies van de Commissie-Bakker.

Ook in het Najaarsoverleg zijn we overeengekomen om als kabinet en sociale partners dit punt gezamenlijk op te pakken.

De politiek kan bijvoorbeeld de regels rond het ouderschapsverlof aanpassen, zodat het zowel voor mannen als vrouwen gemakkelijker wordt om ouderschapsverlof op te nemen.

Dat gaan we dus ook doen.

Wat het bedrijfsleven kan doen, is arbeid flexibeler maken. Ik hoop u duidelijk te maken dat dat in het voordeel van de werknemers, maar ook van de werkgever zelf is.

Flexibilisering van arbeid is een weids begrip.

Het heeft te maken met de verruiming van het dagvenster, waarbij werknemers naar keuze vroeger of later kunnen beginnen.

Het heeft te maken met thuiswerken, flexibeler roosters, schooltijdbanen en deeltijdbanen – op álle niveaus, dus ook voor mannen.

En het heeft ook te maken met de mogelijkheid voor werknemers om hun eigen roosters te maken.

Duobanen? Ja zeker, ook voor leidinggevende functies!

In veel zorginstellingen in Scandinavië is dat systeem van zelfroosteren al enige tijd ingevoerd. Verpleegkundigen geven aan wanneer ze willen werken, en vooral wanneer niet, en op basis van die persoonlijke voorkeuren wordt een dienstrooster samengesteld.

Het komt in de praktijk heus wel eens voor dat mensen hun wensen moeten heroverwegen om het rooster rond te krijgen, maar over het algemeen is iedereen er heel tevreden over.

Doorgaans worden ploegendiensten als fysiek zwaar ervaren, vanwege de wisselende nacht-, avond- en dagdiensten. Maar een zelfgekozen rooster voelt een stuk lichter dan een voorgeschreven rooster.

In Nederland zijn er een paar bedrijven die met dat zelfroosteren experimenteren. Bij Schiphol en NS gebeurt het bijvoorbeeld, maar ik denk dat zelfroosteren voor veel bedrijven en zorginstellingen interessant kan zijn.

Er zijn mogelijkheden te over om arbeid flexibeler te maken. Want flexibilisering van arbeid is in feite: het slimmer organiseren van arbeid. Dat noem ik sociale innovatie.

Sociale innovatie is niet hárder, maar vooral slimmer werken. En daar moet Nederland het in de concurrentie met Oost-Europa, India, China en Brazilië juist van hebben.

Het vraagt alleen om een nieuwe manier van werken: een nieuwe arbeidscultuur, een andere manier van managen, moderne ict-voorzieningen en passende werkafspraken. Werknemers krijgen meer eigen verantwoordelijkheid, managers moeten hun mensen op een andere manier aansturen.

Veel werknemers zouden het graag willen. Ze zouden hun talenten in een baan verder willen ontplooien, maar dan wel op tijden en voorwaarden die aansluiten bij hun zorgtaken. Veel mannen zouden meer tijd willen besteden aan hun gezin, zonder dat hun carrière gelijk op het spel staat.

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat nog veel werkgevers aarzelen over flexibel werken.

Zij houden de werktijden liever overzichtelijk en ze hebben hun bedenkingen bij thuiswerken. Want hoe weet je of iemand die thuis werkt wel hard genoeg werkt? Hoe kun je iemand aansturen die niet binnen handbereik is?

En hoe zorg je ervoor dat een team toch een team blijft, al werken de teamleden geregeld vanuit huis?

In het algemeen acht ik werkgevers hoog. Maar op het punt van flexibiliteit en gezinsvriendelijkheid is er nog veel te winnen.

De werkgevers van Nederland, positieve uitzonderingen daargelaten, zouden de kansen moeten benutten om zich op een steeds krapper wordende arbeidsmarkt – ondanks de economische situatie - te onderscheiden als een modern, gezinsvriendelijk bedrijf.

Werkgevers zouden er goed aan doen om binnen hun bedrijf de mogelijkheden te bekijken om werknemers tegemoet te komen in hun persoonlijke mogelijkheden en wensen.

Ze zouden hun medewerkers ook wat meer vertrouwen moeten geven, bijvoorbeeld als het gaat om thuiswerken of om het toedelen van meer verantwoordelijkheid.

Flexibilisering van arbeid is namelijk ook in het belang van werkgevers. Bijvoorbeeld omdat het een stuk gemakkelijker wordt om aan geschikt en gemotiveerd personeel te komen én om dat personeel vast te houden.

En ook omdat goed gemotiveerd personeel een bedrijf of organisatie tot grote hoogte kan brengen. Want tevreden personeel presteert het best.

Vergeet overigens ook niet dat meer gespreide werktijden een positief effect kunnen hebben op de files.

Nogmaals, kinderopvang is een ander dossier. Het gaat mij nu om ouders die zelf meer tijd voor hun kinderen willen hebben. Maar: laatst raakte ik wel geboeid door een bedrijf in het buitenland dat in de schoolvakanties activiteiten organiseert voor zijn werknemers.

Daar komt wat bij kijken, maar het neemt veel stress bij ouders weg.

Ik ben het bij voorbaat met u eens, dat als het gaat om meer gezinsvriendelijkheid van werkgevers de liefde van twee kanten moet komen.

Werknemers moeten van hun kant ook flexibel omgaan met de eisen die een bedrijf stelt, bijvoorbeeld vanwege pieken of dalen in de productie.

Ook denk ik dat van werknemers verwacht mag worden dat ze als tegenprestatie voor flexibiliteit van hun werkgever, bereid zijn om bijvoorbeeld ’s avonds via de mail of op vrije dag collega’s te informeren of terug te koppelen.

Maar er zijn inmiddels veel voorbeelden van bedrijven die in goed overleg met ondernemingsraden en vakbonden tot CAO-afspraken zijn gekomen, waarbij werknemers flexibeler roosters en meer verantwoordelijkheid hebben gekregen.

Bedenk daarbij dat flexibeler werken ook de gelegenheid geeft om personeel in slappe tijden meer vrije tijd te bieden, en in piektijden juist meer in te schakelen, zonder dat het overuren en dus extra geld kost.

Als overheid zitten we ook niet stil. Als minister voor Jeugd en Gezin zet ik een kosten/baten-analyse uit. Welke kosten zijn er verbonden voor bedrijven voor gezinsvriendelijk beleid?

Welke baten staan daar naar verwachting tegenover? Wat zijn vervolgens de meest kansrijke en succesvolle maatregelen?

Nogmaals, ik doe dit omdat er een wereld te winnen valt.

Nieuwe tijden vragen nieuwe oplossingen. Die oplossingen kunnen we alleen met gezamenlijke inspanningen tot stand brengen. Ik doe een dringend appèl op bedrijven, op werkgevers en werknemers op landelijk en organisatieniveau, om gebruik te maken van wat kan en om creatief nieuwe oplossingen te vinden.

Op een conferentie begin maart 2009 willen we goede voorbeelden van gezinsvriendelijke bedrijven presenteren.

Wees niet te bang voor arrangementen die per medewerker verschillen.

Schooltijdbanen, flexibele begin- en eindtijden, thuiswerken, telewerken, zelfroosteren. Heb het erover en probeer het uit.

Zie de voordelen: werknemers ontwikkelen hun talenten en gaan er financieel op vooruit, werkgevers krijgen goed opgeleid en gemotiveerd personeel.

Het is goed voor de economie. Stress en ziekteverzuim nemen af. De arbeidsproductiviteit gaat omhoog en het is goed voor het imago van het bedrijf, ook op de arbeidsmarkt.

Gezins- en bedrijfsbelangen komen echt veel meer overeen dan u misschien nu denkt.

woensdag, november 12, 2008

196. Gezinsnota - Reactie Nederlandse Bisschoppenconferentie : "In onze visie heeft ieder kind het fundamentele recht op een moeder en een vader"

Bisschoppen: Ook levensbeschouwing in gezinsbureaus

Bron: Tweede Kamer – ANP - 08 12 2008

UTRECHT (ANP) - In de gezinsbureaus die minister André Rouvoet in zijn gezinsnota voorstelt, moeten ook beroepskrachten op het gebied van de levensbeschouwing komen. Dat schrijven de Nederlandse bisschoppen in hun reactie op de nota, die Rouvoet vorige week presenteerde. Volgens de rooms-katholieke kerkleiders is er in het overheidsdocument vooral sprake van problemen en van de manier waarop die moeten worden opgelost. De mens vraagt echter om meer dan die hulp, hij wil ook zingeving. Als de hulpverlening het gezin diep raakt, mag levensbeschouwing daarom niet buiten beschouwing blijven. Vandaar het pleidooi voor beroepskrachten op dat terrein in de gezinsbureaus, zoals er bijvoorbeeld ook pastores in zorginstellingen actief zijn. De bisschoppen, die dinsdag in Zeist bijeen waren, waarderen het dat het kabinet gezinnen wil steunen door Nederland vriendelijker voor kinderen te maken. Allerlei maatregelen, zoals verruiming van het ouderschapsverlof en de hulp bij de opvoeding, wijzen daarop. De bereidheid van de bisschoppen om waar mogelijk aan dat gezinsbeleid mee te werken, laat echter onverlet dat de visie van de Rooms-Katholieke Kerk op huwelijk en gezin anders is dan die in de nota. Voor de kerk is het huwelijk een verbond waardoor man en vrouw met elkaar een gemeenschap vormen die het gehele leven omvat. Het huwelijk is gericht op het geluk van de echtgenoten en de opvoeding van de kinderen die ,,de God van het leven'' hun schenkt. In die visie heeft ieder kind recht op een moeder en een vader.

Nederlandse Bisschoppenconferentie - Wikipedia
http://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlandse_bisschoppenconferentie

Nederlandse bisschoppen reageren op nota gezinsbeleid

Bron: Rorate - Als je op de hoogte wilt blijven van wat je bezielt - Door Theo Borgermans - dinsdag 11 november 2008

UTRECHT (RKnieuws.net) - De Nederlandse Bisschoppenconferentie, vandaag te Zeist in vergadering bijeen, heeft met belangstelling kennis genomen van de nota over het gezinsbeleid De kracht van het gezin, die vorige week door minister Rouvoet gepresenteerd werd.

De bisschoppen spreken allereerst hun waardering uit voor de aandacht die het kabinet geeft aan het gezin. Ook waarderen de bisschoppen het feit dat kerken en kerkelijke werkers in het proces van de totstandkoming van de nota gehoord werden. De bisschoppen zijn zich bewust van de grote omvang van het probleemveld. Ze hebben er begrip voor dat de nota om die reden niet aan alle aspecten aandacht kan geven.

De bisschoppen stellen vast dat het kabinet gezinnen actief wil ondersteunen door Nederland kindvriendelijker te maken. Allerlei maatregelen zijn voorzien zoals verruiming van het ouderschapsverlof, het gezinsvriendelijk maken van bedrijven, het bieden van ondersteuning bij de opvoeding, conflictmanagement binnen het gezin, enzovoort. Op een aantal punten is de kerk nu reeds een partner van de overheid. De bijdrage van de kerken bestaat uit huwelijksvoorbereiding en -pastoraat, gezinspastoraat en hulp bij moeilijke gezinssituaties. De in de nota voorgestelde relatiecursussen bestaan in bepaalde vormen reeds in parochies en bisdommen. De bisschoppen tonen zich graag bereid om met de minister in gesprek te gaan over de vraag hoe de specifieke kerkelijke expertise ingezet kan worden om het voorgenomen gezinsbeleid te realiseren.

De bereidheid van de bisschoppen om waar mogelijk mee te werken aan het voorgestelde gezinsbeleid, laat onverlet dat de visie van de Katholieke Kerk op het huwelijk en het gezin een andere is dan verwoord in de gezinsnota. In de visie van de Kerk is het huwelijk een verbond waardoor man en vrouw met elkaar een het gehele leven omvattende gemeenschap vormen. Het huwelijk is uit haar natuurlijke aard gericht op het geluk van de echtgenoten en het opvoeden van de kinderen die de God van het leven hen schenkt. De bisschoppen onderstrepen dat in deze visie ieder kind het fundamentele recht heeft op een moeder én een vader.

De bisschoppen menen dat in de nota vooral sprake is van problemen en hoe die problemen op te lossen zijn. Maar een mens vraagt om meer dan hulp die mensen elkaar kunnen geven. Het gaat immers over de gehele mens die ook zingeving nodig heeft. Wanneer de hulpverlening diep in het gezin binnenkomt, mag levensbeschouwing niet buiten beschouwing blijven. De in de nota voorgestelde gezinsbureaus moeten daarom ook professionele krachten tewerkstellen op het terrein van levensbeschouwing, zoals binnen bijvoorbeeld zorginstellingen reeds het geval is.

Ten slotte spreken de bisschoppen hun zorgen uit over de impliciete beïnvloeding van het huwelijk en het gezin. Ook media en commercie zijn geroepen verantwoordelijkheid te dragen voor een gezins- en kindvriendelijk milieu. Dat de overheid, de samenleving als geheel en de afzonderlijke deelnemers, zich sterk maken voor een gezinsvriendelijk Nederland kan niet als ongewenste bemoeienis worden gekwalificeerd. Het zal de ouders juist helpen hun onvervreemdbare verantwoordelijkheid op te nemen. Tot zegen van onze kinderen en van onze samenleving.

Bisschoppen kritisch over gezinsnota

Bron: katholiekgezin.nl - dinsdag 11 november 2008

In een gezamenlijke reactie spreken de Nederlandse bisschoppen hun waardering uit voor het gezinsbeleid van de regering, maar plaatsen tevens kritische kanttekeningen bij de gezinsnota van vorige week. Er is bijvoorbeeld geen aandacht voor zingeving: “Bij hulpverlening mag levensbeschouwing niet buiten beschouwing blijven.”

Het volledige persbericht:

De Nederlandse Bisschoppenconferentie, vandaag te Zeist in vergadering bijeen, heeft met belangstelling kennis genomen van de nota over het gezinsbeleid De kracht van het gezin, die vorige week door minister Rouvoet gepresenteerd werd.

De bisschoppen spreken allereerst hun waardering uit voor de aandacht die het kabinet geeft aan het gezin. Ook waarderen de bisschoppen het feit dat kerken en kerkelijke werkers in het proces van de totstandkoming van de nota gehoord werden. De bisschoppen zijn zich bewust van de grote omvang van het probleemveld. Ze hebben er begrip voor dat de nota om die reden niet aan alle aspecten aandacht kan geven.

De bisschoppen stellen vast dat het kabinet gezinnen actief wil ondersteunen door Nederland kindvriendelijker te maken. Allerlei maatregelen zijn voorzien zoals verruiming van het ouderschapsverlof, het gezinsvriendelijk maken van bedrijven, het bieden van ondersteuning bij de opvoeding, conflictmanagement binnen het gezin, enzovoort. Op een aantal punten is de kerk nu reeds een partner van de overheid. De bijdrage van de kerken bestaat uit huwelijksvoorbereiding en -pastoraat, gezinspastoraat en hulp bij moeilijke gezinssituaties. De in de nota voorgestelde relatiecursussen bestaan in bepaalde vormen reeds in parochies en bisdommen. De bisschoppen tonen zich graag bereid om met de minister in gesprek te gaan over de vraag hoe de specifieke kerkelijke expertise ingezet kan worden om het voorgenomen gezinsbeleid te realiseren.

De bereidheid van de bisschoppen om waar mogelijk mee te werken aan het voorgestelde gezinsbeleid, laat onverlet dat de visie van de Katholieke Kerk op het huwelijk en het gezin een andere is dan verwoord in de gezinsnota. In de visie van de Kerk is het huwelijk een verbond waardoor man en vrouw met elkaar een het gehele leven omvattende gemeenschap vormen. Het huwelijk is uit haar natuurlijke aard gericht op het geluk van de echtgenoten en het opvoeden van de kinderen die de God van het leven hen schenkt. De bisschoppen onderstrepen dat in deze visie ieder kind het fundamentele recht heeft op een moeder én een vader.

De bisschoppen menen dat in de nota vooral sprake is van problemen en hoe die problemen op te lossen zijn. Maar een mens vraagt om meer dan hulp die mensen elkaar kunnen geven. Het gaat immers over de gehele mens die ook zingeving nodig heeft. Wanneer de hulpverlening diep in het gezin binnenkomt, mag levensbeschouwing niet buiten beschouwing blijven. De in de nota voorgestelde gezinsbureaus moeten daarom ook professionele krachten tewerkstellen op het terrein van levensbeschouwing, zoals binnen bijvoorbeeld zorginstellingen reeds het geval is.

Ten slotte spreken de bisschoppen hun zorgen uit over de impliciete beïnvloeding van het huwelijk en het gezin. Ook media en commercie zijn geroepen verantwoordelijkheid te dragen voor een gezins- en kindvriendelijk milieu. Dat de overheid, de samenleving als geheel en de afzonderlijke deelnemers, zich sterk maken voor een gezinsvriendelijk Nederland kan niet als ongewenste bemoeienis worden gekwalificeerd. Het zal de ouders juist helpen hun onvervreemdbare verantwoordelijkheid op te nemen. Tot zegen van onze kinderen en van onze samenleving.

Zingeving nodig voor gezinsbureaus Rouvoet

Bron: Bisdom 's Hertogenbosch - 11-11-2008

De Nederlandse bisschoppen pleiten voor het aanstellen van professionele krachten op het gebied van levensbeschouwing, bij de gezinsbureaus die minister Rouvoet voorstelt in zijn recente nota ‘De kracht van het gezin’. De bisschoppen zouden die graag zien, net zoals dat bijvoorbeeld bij zorginstellingen het geval is. “Een mens vraagt om meer dan hulp die mensen elkaar kunnen geven. Het gaat immers over de gehele mens die ook zingeving nodig heeft. Wanneer de hulpverlening diep in het gezin binnenkomt, mag levensbeschouwing niet buiten beschouwing blijven,” aldus de bisschoppen in een verklaring.

De bisschoppen spreken hun waardering uit voor de aandacht die het kabinet geeft aan het gezin. Ook waarderen de bisschoppen het feit dat kerken en kerkelijke werkers in het proces van de totstandkoming van de nota gehoord werden. Ze zijn zich bewust van de grote omvang van het probleemveld en hebben er begrip voor dat de nota om die reden niet aan alle aspecten aandacht kan geven.

De bisschoppen stellen vast dat het kabinet gezinnen actief wil ondersteunen door Nederland kindvriendelijker te maken. Allerlei maatregelen zijn voorzien zoals verruiming van het ouderschapsverlof, het gezinsvriendelijk maken van bedrijven, het bieden van ondersteuning bij de opvoeding, conflictmanagement binnen het gezin, enzovoort. Op een aantal punten is de kerk nu reeds een partner van de overheid. De bijdrage van de kerken bestaat uit huwelijksvoorbereiding en -pastoraat, gezinspastoraat en hulp bij moeilijke gezinssituaties. De in de nota voorgestelde relatiecursussen bestaan in bepaalde vormen reeds in parochies en bisdommen. De bisschoppen tonen zich graag bereid om met de minister in gesprek te gaan over de vraag hoe de specifieke kerkelijke expertise ingezet kan worden om het voorgenomen gezinsbeleid te realiseren.

De bereidheid van de bisschoppen om waar mogelijk mee te werken aan het voorgestelde gezinsbeleid, laat onverlet dat de visie van de Katholieke Kerk op het huwelijk en het gezin een andere is dan verwoord in de gezinsnota. In de visie van de Kerk is het huwelijk een verbond waardoor man en vrouw met elkaar een het gehele leven omvattende gemeenschap vormen. Het huwelijk is uit haar natuurlijke aard gericht op het geluk van de echtgenoten en het opvoeden van de kinderen die de God van het leven hen schenkt. De bisschoppen onderstrepen dat in deze visie ieder kind het fundamentele recht heeft op een moeder én een vader. Bisschop Hurkmans is binnen de Nederlandse Bisschoppenconferentie referent voor huwelijk en gezin.

‘Rouvoet moet ook geestelijke verzorgers aanstellen’

Bron: Katholiek Nederland – Actualiteit - 11 november 2008

Hilversum (Van onze redactie) 11 november 2008 - De Nederlandse bisschoppen willen dat de overheid ook levenbeschouwelijke professionals aanstelt bij de begeleiding van probleemgezinnen. Dat verklaren de Nederlandse bisschoppen vandaag in hun reactie op de onlangs gepresenteerde beleidsnota De kracht van het gezin van minister Rouvoet van Jeugd en Gezin.

Kindvriendelijker

De bisschoppenconferentie juicht het toe dat het kabinet gezinnen actief gaat ondersteunen door Nederland ‘kindvriendelijker’ te maken. Allerlei maatregelen zijn voorzien zoals de oprichting van gezinsbureaus, verruiming van het ouderschapsverlof, het gezinsvriendelijk maken van bedrijven, het bieden van ondersteuning bij de opvoeding en conflictmanagement binnen het gezin.

BAM

De bisschoppen hebben Rouvoet toegezegd om waar mogelijk mee te werken aan zijn gezinsbeleid. Zij maken daarbij wel een aantekening. Het in de nota voorgestelde beeld van het gezin neemt de werkelijkheid zoals die is. Het kabinet spreekt dus ook van gezinnen als er sprake is van bijvoorbeeld samenlevingsvormen met een BOM of een BAM en homoparen met kinderen. Volgens het katholiek ideaal is een gezin echter een gehuwd paar met kinderen.

Vader én moeder

“In de visie van de Kerk is het huwelijk een verbond waardoor man en vrouw met elkaar een het gehele leven omvattende gemeenschap vormen”, aldus de bisschoppen. “Het huwelijk is uit haar natuurlijke aard gericht op het geluk van de echtgenoten en het opvoeden van de kinderen die de God van het leven hen schenkt. De bisschoppen onderstrepen dat in deze visie ieder kind het fundamentele recht heeft op een moeder én een vader.”

Levensbeschouwelijk professionals

De bisschoppen menen dat in de nota vooral sprake is van problemen en hoe die problemen op te lossen zijn. “Maar een mens vraagt om meer dan hulp die mensen elkaar kunnen geven. Het gaat immers over de gehele mens die ook zingeving nodig heeft. Wanneer de hulpverlening diep in het gezin binnenkomt, mag levensbeschouwing niet buiten beschouwing blijven. De in de nota voorgestelde gezinsbureaus moeten daarom ook professionele krachten tewerkstellen op het terrein van levensbeschouwing, zoals binnen bijvoorbeeld zorginstellingen reeds het geval is.”

Externe link: Gezinsnota 2008

Gezin

Bisschoppen: Ook levensbeschouwing in gezinsbureaus

Bron: Brabants Dagblad - Algemeen - Geestelijk leven - dinsdag 11 november 2008

UTRECHT (ANP) - In de gezinsbureaus die minister André Rouvoet in zijn gezinsnota voorstelt, moeten ook beroepskrachten op het gebied van de levensbeschouwing komen. Dat schrijven de Nederlandse bisschoppen in hun reactie op de nota, die Rouvoet vorige week presenteerde.

Volgens de rooms-katholieke kerkleiders is er in het overheidsdocument vooral sprake van problemen en van de manier waarop die moeten worden opgelost. De mens vraagt echter om meer dan die hulp, hij wil ook zingeving. Als de hulpverlening het gezin diep raakt, mag levensbeschouwing daarom niet buiten beschouwing blijven. Vandaar het pleidooi voor beroepskrachten op dat terrein in de gezinsbureaus, zoals er bijvoorbeeld ook pastores in zorginstellingen actief zijn.

De Gezinsnota

Bron: Katholiek Nederland - Kruispunt Radio, 16 november 2008

De Nederlandse bisschoppen zijn 'redelijk' tevreden over de recente Gezinsnota die minister Rouvoet (onder meer Gezinszaken) recent namens het kabinet uitbracht. Alhoewel de visie op het gezin en het huwelijk niet gelijk spoort met de visie op de huwelijkse ordening zoals de bisschoppen die hebben, herkent bisschop Antoon Hurkmans van 's-Hertogenbosch wel veel waardevols in de brief die de Nederlandse Bisschoppenconferentie kan ondersteunen. De overheid komt 'achter de voordeur' van de gezinnen en dus dient in specifieke situaties professionele hulp van levensbeschouwelijke snit extra accent te krijgen, aldus de bisschop.

Bisschoppen: Ook levensbeschouwing in gezinsbureaus
Brabants Dagblad (Registratie) - 11 nov 2008
UTRECHT (ANP) - In de gezinsbureaus die minister André Rouvoet in zijn gezinsnota voorstelt, moeten ook beroepskrachten op het gebied van de ...

Nederlandse bisschoppen reageren op nota gezinsbeleid
RKnieuws - 11 nov 2008
... voorgestelde gezinsbeleid, laat onverlet dat de visie van de Katholieke Kerk op het huwelijk en het gezin een andere is dan verwoord in de gezinsnota. ...