zaterdag, juni 19, 2010

535. Moeders die zich laten leiden door rancune over hun ex, zijn niet in staat goed voor hun kinderen te zorgen (Hassnae Bouazza, NRC Handelsblad)

Bron: NRC Handelsblad - NH - katern 2 pagina 08 - Hassnae Bouazza - 19-06-10

Hassnae Bouazza
Columnist voor Vrij Nederland.
Vertaalster Arabisch-Engels.



Foto Jupiterimages
Hoeveel vaders zullen dit jaar vaderdag alleen doorbrengen? Met opgekropt verdriet en woede omdat hun ex hun het recht ontzegt hun eigen kind te zien? In de wet ligt het recht van de ouder op het kind verankerd, maar in de praktijk is de vader volledig overgeleverd aan de grillen van zijn voormalige vrouw of geliefde. Te vaak komt het nog voor dat moeders hun eigen rancune belangrijker vinden dan het recht van zowel het kind als de vader elkaar te zien. Veel te vaak nog is het antwoord van feministes die ik spreek: „Zolang er nog vaders zijn die hun verantwoordelijkheid ontlopen, kan ik me er niet druk om maken.” Een godgeklaagd schandaal.

Als vaders kinderen ontvoeren en de moeder het recht op haar kind(-eren) ontzeggen, wordt het hele justitiële apparaat in werking gesteld, maar om onbekende redenen wordt er aanzienlijk minder adequaat gereageerd als de moeder hetzelfde onrecht begaat. Sterker, de vrouw kan ongestoord haar gang gaan en de vaders die het op kunnen brengen, moeten jarenlang procederen om te krijgen waar ze recht op hebben.

Neem stel A. Na een jarenlange, turbulente relatie gaan ze uit elkaar. Ze spreken co-ouderschap af zonder tussenkomst van rechter of mediator. Dit gaat een drietal jaar goed tot de man een nieuwe, serieuze relatie krijgt. De vrouw belt hem op en deelt hem mee dat, omdat hij een relatie heeft, hij zijn zoon niet meer mag zien. Hij stapt naar de rechter, maar door de tegenwerking van de vrouw, duurt het en duurt het, tot hij het opgeeft.

Zijn zoon zou hij acht jaar lang niet zien. Alleen op zijn verjaardag werd hij geacht een duur cadeau te geven (zijn geld was kennelijk wel goed genoeg), hetgeen hij ook deed want zijn liefde voor zijn zoon was allesverzengend en de pijn die hij voelde bij het gemis ook. Alimentatie moest hij ook betalen, ook al mocht hij zijn kind niet zien.

Stel B: vrouw ziet haar relatie niet meer zitten en pakt haar spullen en het zoontje. De vader wordt in onwetendheid gelaten. Als de vrouw weer contact met hem opneemt, gebruikt ze het zoontje als wisselgeld: ze wil het huis, en als dat gebeurt, kan hij zijn kind weer zien. De vader in dit geval heeft mazzel: het stel woonde samen en het huurcontract stond op zijn naam, dus haar chantagepoging mislukt jammerlijk. Na mediation besluiten ze dat vader het zoontje ieder weekend heeft en de moeder doordeweeks. Al na een paar weken verandert de moeder de afspraak zonder overleg met de vader.

Stel C: bij de rechtbank wordt de scheiding behandeld. De vader geeft aan dat hij heel graag vaker zijn kind wil zien. De rechter toont alle begrip en kent hem één dag in de maand extra toe. Eén dag naast twee weekends in de maand.

En daar zit het euvel. Als de wet de vader al niet als gelijke behandelt, hoe kunnen we dat dan verwachten van verbitterde vrouwen die alleen nog maar in termen van wraak en macht kunnen denken?

Hoe goed ben jij als moeder wanneer jij je kind ontzegt zijn of haar vader te zien?

Toegegeven, inmiddels kunnen vrouwen strafrechtelijk vervolgd worden voor het niet nakomen van de bezoekregeling, maar ook dat leidt in de praktijk tot niets. De zaak van Peter Brons, de eerste vader die zijn ex aanklaagde, zegt alles: de vrouw weigert mee te werken ondanks de taakstraf die ze opgelegd krijgt. Brons blijft met lege handen achter, terwijl dat niet zou hoeven. Waarom durven we niet de vraag te stellen hoe goed je als moeder bent als je je kind zijn of haar vader ontzegt?

Een moeder die niet in staat is haar eigen gevoelens van rancune opzij te zetten en zich als een volwassene te gedragen, is wat mij betreft niet in staat de zorg voor haar kinderen op zich te nemen. Toen duidelijk werd dat de ex van Brons niet mee zou werken, had hij meteen zijn zoon toegewezen moeten krijgen. Moeders die weigeren mee te werken, verliezen het recht op hun kind. Grof geschut? Jazeker, maar de status quo handhaven en duizenden vaders in de steek laten, mag niet langer een optie zijn. Bovendien mag, als het aan mij ligt, de alimentatieplicht voor een vader vervallen zodra hem zijn kind wordt ontzegd. Nu worden vaders aan hun plicht gehouden, maar hun recht wordt met voeten getreden.

Als we niet accepteren dat vaders kinderen ontvoeren, mogen we ook niet accepteren dat moeders de vaders frustreren. Moeders hebben niet het alleenrecht op kinderen. Zolang je samen het kind verwekt, heb je evenveel recht erop. De vaders (en moeders, laten we die ook niet vergeten) die hun verantwoordelijkheid ontlopen, staan hier volledig buiten.

Daarnaast is het van essentieel belang dat bij scheiding, net als in België, co-ouderschap de norm wordt. Op die manier hoeft de bezoekregeling niet eens ter discussie te staan en sla je het machtsmiddel uit de handen van wrokkige exen.

Het wordt tijd dat de feministes hun eigen slachtofferschap waar ze zo aan hechten aan de kant zetten en opkomen voor vaders die wél de zorg voor hun kinderen op zich willen nemen. Laten we hun grieven serieus nemen en voorbij het Batman- of Spiderman-masker kijken dat de radeloze vaders opzetten om gebouwen te beklimmen en aandacht voor hun verdriet te vragen.

------------------------

Hassnae Bouazza eerder als panellid in het Vara-programma Vrouw & Paard van 9 oktober 2009 over omgangsfrustratie door moeders


Een voortdurend frisse en relativerende wind in "Vrouw & Paard", het inmiddels beëindigde VARA-vrouwenpanel onder de gespreksleiding van Hanneke Groenteman, was Hassnae Bouazza. En ik zeg het dan ook maar meteen eerlijk en ruiterlijk: "Ik ben een echte fan van Hassnae Bouazza."

In de aflevering van 9 oktober 2009 van Vrouw & Paard zegt Hassnae Bouazza tegen Tweede Kamerlid Joël Voordewind van de ChristenUnie n.a.v. zijn voorstel voor verplichte vaderregistratie (14min20):

"Dit is èèn aspect, maar d'r zijn toch ook ontzettend veel vaders die hèèl erg graag hun kinderen willen zien en die die kans niet krijgen vanwege de moeders. Want d'r zijn heel veel moeders die gewoon hun kinderen gebruiken als wapens. Wat doet u daar tegen? Is het niet eigenlijk achterlijk dat we in Nederland hier ..., dat de vader standaard slechts een keer in de twee weken het kind kan zien? Zou het niet gewoon evenredig verdeeld moeten worden? ... Die vrouwen moeten aangepakt worden."
(Een vraag van Hassnae Bouazza waar vervolgens door zowel gespreksleider Hanneke Groenteman als Joël Voordewind snel, schielijk en ontwijkend over heen gepraat wordt, zonder dat er een antwoord op gegeven wordt. En zoals uit het nu in NRC Handelsblad door Hassnae Bouazza gepubliceerde artikel blijkt, laat zij zich gelukkig niet zo makkelijk door Hanneke Groenteman en Joël Voordewind de mond snoeren. Zie hoe dat toegaat de video van deze aflevering van Vrouw & Paard hieronder vanaf 14min20.)

Peter Tromp
Vaderkenniscentrum.nl


------------------------------------------------
Vara-programma Vrouw & Paard
Bron: VARA - 9 oktober 2009

Get Microsoft Silverlight
------------------------------------------------
Hassnae Bouazza (geboren 1973 in Oujda, Marokko) is schrijver, journalist, columnist, programmamaker en vertaler Arabisch-Engels. Ze werkt onder andere als columnist voor Vrij Nederland, de Volkskrant, NRC Handelsblad, Frontaal Naakt en De Buren en als programmamaker voor de VPRO. Ze is geboren in de stad Oujda nabij de Algerijnse grens. Ze verliet met haar familie Marokko om zich bij haar vader te voegen die al in Nederland was, als gastarbeider. Ze kwam in Arkel te wonen, waar de familie Bouazza de enige Marokkaanse was. Ze studeerde Engels taal-en letterkunde aan de Universiteit van Utrecht en, na haar afstuderen, een jaar Franse literatuur aan diezelfde Universiteit.

Het werk van Bouazza valt op vanwege de vrijmoedige aanpak van taboeonderwerpen zoals porno in de Arabische wereld. ‘Eens per maand open ik het raam voor u naar de Arabische wereld.’ Zo schrijft Hassnae Bouazza in Vrij Nederland. In de stukken van Hassnae voorziet zij verschijnselen uit de Islamitische wereld die haar bezighouden van haar eigentijdse en humoristische mening.Misschien heb je haar ook gezien in de aflevering van het programma Advocaat van de Duivel waarin Geert Wilders terecht staat.

Ze stelde een bundel samen met verhalen over sterke Arabische vrouwen, Achter de sluier (1999), in een poging het clichébeeld bij te stellen dat in Nederland heerst over de Arabische vrouw. In de bundel zijn verhalen opgenomen van onder anderen Nawal el Saadawi, Tahar Ben Jelloun en Naguib Mafouz. Ze werkt op dit moment aan haar debuut, een bundel met korte verhalen over relaties tussen mensen, waarbij de altijd intrigerende relatie tussen mannen en vrouwen de boventoon voert. De schrijver Hafid Bouazza is haar broer.

Aangepast op basis van: Hassnae Bouazza - Winternachten - internationaal literatuurfestival Den Haag en Hassnae Bouazza: VARA
----------
Het artikel van Hassnae Bouazza in NRC Handelsblad van zaterdag 19 juni 2010 was onderdeel van een drieluik artikelen over vaderschap dat in verband met vaderdag verscheen in het Opinie en Debat Katern van NRC Handelsblad met daaraan toegevoegd een interactieve debatmogelijkheid onder de titel “Vrouwen, laat het moedermonopolie los!” in het opinie weblog van de NRC. U kunt daar ook nog steeds zelf reageren.

De andere twee, in het drieluik over vaderschap in NRC handelsblad van 19 juni 2010 verschenen, artikelen zijn:
1. “Vrouw, laat het moedermonopolie toch los” van schrijver Herman Stevens
2. “Vaders die vaderen verdienen meer dan bevallingsverlof” van publiciste Heleen Crul
----------

Vaderschap in drie bedrijven

Bron: NRC Handelsblad - NH – Opinie & Debat - katern 2 pagina 08 - 19-06-10

Deze zondag is Vaderdag. Publicisten Heleen Crul, Herman Stevens en Hassnae Bouazza over zorgende vaders, rancuneuze exen, Tarzan en Jane.


Vrouwen, laat het moedermonopolie los!

Bron: NRC Handelsblad - Opinieblog - Zelf reageren, zaterdag 19 juni 2010
http://weblogs.nrc.nl/expertdiscussies/vrouwen-laat-het-moedermonopolie-los/

Het is niet stoer en slecht voor je carrière om er meer voor je kinderen te willen zijn en een aandeel in het huishouden te leveren. Voor mannen dan. Zou het daarom zijn dat vaders iets minder gelukkig zijn dan kinderloze mannen, zoals uit onderzoek blijkt, vraag publiciste Heleen Crul zich vandaag af in NRC Handelsblad. Des te meer reden om te zorgen voor een betere balans tussen werk en privé.


Hoe kan de overheid helpen? Denk eens aan langer bevallingsverlof, langer doorbetaald zorgverlof voor vrouwen en mannen, zoals dat bijvoorbeeld in Duitsland bestaat, flexibele werktijden voor beide ouders en thuiswerken, een mama- en papatraject waarin beide ouders hooguit vier dagen werken. “De aanvulling op hun salaris kan dan gebeuren door tijdelijke kwijtschelding van AOW omdat ze zelf zorgen voor toekomstige premiebetalers,” meent Crul.

Trouwens, waarom zouden vaders hun aandeel in de opvoeding niet mogen opeisen, vraagt schijver Herman Stevens zich af. Nederland lijkt wel stil te staan! Het oude rolpatroon bestaat nog steeds: mannen werken, vrouwen tutten en zorgen. Me Tarzan, you Jane. En dat heeft ook gevolgen voor het opvoeden van kinderen: “Het gros van de mannen komt thuis tegen de tijd dat de kleine kinderen al in hun pyjama rondlopen. Mannen spelen de eerste vier jaar een marginale, karikaturale rol in de opvoeding.” Stevens zich af waarom. Omdat moeders negen maanden voorsprong hebben? “Een man die met zijn kind op een speelplaatsje komt (en ik doe dat bijna elke dag) krijgt al gauw het woord papadag naar zijn hoofd gegooid, alsof ze de rest van de week geen vader zijn. Anders komt het moedermonopolie in gevaar.” Stevens pleit dan ook voor het einde van de archaïsche rolverdeling, helemaal in een economie met tweeverdieners. En omdat niemand alleen leeft om te werken, moeten mannen ook werk van hun vaderschap maken en dat kan alleen als vrouwen het moedermonopolie loslaten.

Wat vindt u? Moeten mannen meer voor hun kinderen gaan zorgen? Waarom is dat nog steeds geen usance in Nederland? En is het een taak van de overheid om het vaderschapsverlof te bevorderen?

Dit bericht “Vrouwen, laat het moedermonopolie los!” heeft 29 reacties: Zelf reageren

Vrouw, laat het moedermonopolie toch los

Bron: NRC Handelsblad - NH - katern 2 pagina 08 - 19-06-10

Herman Stevens
Schrijver.
Onlangs verscheen zijn nieuwe roman ‘Vaderland ’ (Prometheus).




Foto AFP
Sinds de pil is het krijgen van kinderen een keuze geworden, en een keuze die vooral voor vrouwen met de tijd prangender wordt. Vrouwen die na hun studie een carrière beginnen, komen na het krijgen van kinderen al snel in tijdnood, want zij zullen toch voor het leeuwendeel van de verzorging opdraaien, als we de statistieken moeten geloven. Veel mannen gaan immers meer uren werken. De reden daarvoor is simpel. De meeste moeders gaan minder werken, of stoppen er helemaal mee, dus moeten vaders harder werken, want kinderen maken het leven niet goedkoper.

De ongelovige reacties op Wouter Bos’ besluit om meer tijd te besteden aan zijn kinderen lieten zien hoezeer Nederland met zichzelf in de knoop zit. Op veel terreinen lijkt het zo’n modern land. Maar als je beter gaat kijken, lijkt de tijd stil te staan. De meeste Nederlanders leven niet zoveel anders dan hun ouders. Mannen werken, vrouwen tutten en zorgen. Als de vrouw werkt, doet ze dat in veel gevallen voor een tweede autootje en wat andere extra’s.

Meer dan de helft van de collegebanken wordt bezet door meisjes en toch zit een groot aantal van die vrouwen later thuis om te genieten van de kinderen. Dat er al een generatie lang van hogerhand op vrouwen wordt ingepraat dat het goed zou zijn als ze carrière maakten, verandert daar weinig aan. Veel gestudeerde vrouwen doen na hun zwangerschapsverlof een stapje terug omdat ze het belangrijk vinden om zelf voor hun kinderen te zorgen. En geef ze ongelijk. Niemand verwijt zich op zijn sterfbed dat hij te veel tijd aan zijn kinderen heeft besteed.

Dit traditionele gezinsmodel zal pas veranderen wanneer de economie er geen ruimte meer voor laat. De kans is groot dat de huidige crisis in een paar jaar het behaaglijke vloerkleed onder de middenklasse vandaan zal trekken. Dan wordt het leven zo duur dat beide ouders wel gedwóngen zijn om te gaan werken. Anders kunnen ze zich geen leuke woning, geen goede school en geen betrouwbare gezondheidszorg veroorloven.

Als het zover komt (aan de winnaar van de verkiezingen zal het niet liggen), wordt het ook tijd om de rolverdeling in de huishouding eens opnieuw te bekijken. Want het kostwinnersgezin is ook een vorm van apartheid. Me Tarzan, you Jane. Het gros van de mannen komt thuis tegen de tijd dat de kleine kinderen al in hun pyjama rondlopen. Mannen spelen de eerste vier jaar een marginale, karikaturale rol in de opvoeding. Maar als we naar een economie van tweeverdieners toegaan, is het ook afgelopen met de Tarzan-en-Jane-spelletjes. Waarom zouden vaders hun aandeel in de opvoeding niet mogen opeisen? Omdat moeders negen maanden voorsprong hebben?

Dankzij de crisis wordt het leven zo duur dat beide ouders wel gedwóngen worden te werken

Het beeld is bekend. Mannen voetballen met hun kinderen, maar de rest hoort tot het territorium van de vrouw. Onder elkaar letten vrouwen al scherp op ieder foutje, maar een man kan het nooit goed doen. Een man die met zijn kind op een speelplaatsje komt (en ik doe dat bijna elke dag) krijgt al gauw het woord papadag naar zijn hoofd gegooid, alsof ze de rest van de week geen vader zijn. Anders komt het moedermonopolie in gevaar. Op het schoolplein wisselen moeders informatie met elkaar uit, terwijl vaders aan de zijlijn staan. Dat is zonde. De evolutie van onze soort is te danken aan zulke geprekjes, en het wordt zo langzamerhand tijd dat mannen mogen meepraten.

Kinderen opvoeden is niet alleen een kwestie van luiers verschonen en op het schoolplein kleumen. Kinderen opvoeden is ook een wereld betreden van spel, fantasie en liefde, al is die wereld soms ook griezelig, want hij herinnert ons aan onze vergankelijkheid. Het is treurig dat zoveel mannen zich deze wereld door de neus laten boren omdat moeders doen alsof ze er alleenrecht op hebben. Net zoals je maar liever niet wilt weten wat er gebeurt in al die gezinnen die uiteenvallen, en hoe makkelijk knikkebollende rechters gescheiden vrouwen maar hun gang laten gaan, want de kinderen horen nu eenmaal bij hun moeder.

Als we afgaan op een economie van tweeverdieners, mag het ook afgelopen zijn met die archaïsche rolverdeling. Niemand wil naar een wereld toe waar we alleen nog leven om te werken. Daarom moeten mannen ook werk van hun vaderschap maken en dat kan alleen als vrouwen het moedermonopolie loslaten.





Foto Thomas Schlijper

Vaders die vaderen verdienen meer dan bevallingsverlof


Heleen Crul
Publicist.
Auteur van ‘Tussen de generaties’ (Atlas).

Vaderschap wordt tegenwoordig op uiteenlopende manieren ingevuld: huismannen, parttime vaders, mannen met één papadag per week en carrièrevaders. De eerste drie krijgen in de media veel aandacht, maar ze zijn en blijven een aanzienlijke minderheid.

De meest voorkomende vorm is nog steeds de carrièrevader. „De bijdrage van mannen in de opvoeding en zorg van kinderen is in de loop der jaren licht gestegen in vergelijking met de forse stijging van het aantal vrouwen op de arbeidsmarkt en hun aandeel in de zorg voor kinderen”, luidt een weinig verrassende conclusie van een nieuw onderzoek Mannen in het gezin, gepubliceerd door het NIDI, het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut. Wel verrassend is de verklaring voor de hardnekkigheid van het allesbehalve emancipatoire verschijnsel carrièrevader: „Het maakt mannen tot een betrouwbaarder werkgever, ze gaan zelfs harder werken.” De Nederlandse cultuur speelt een belangrijke rol bij dit gedrag, want daarin geldt nog steeds ‘dat een echte vader brood op de plank brengt’. Dat de groepsdwang onder mannen om als vader een meer solide kostwinner te worden groot is, was al langer bekend. Minder werken om er meer voor je kinderen te zijn en een aandeel in het huishouden te leveren, is ‘niet stoer’ en slecht voor je carrière, luidt het oordeel.

Zou het daarom zijn dat vaders iets minder gelukkig zijn dan kinderloze mannen, zoals uit NIDI-onderzoek blijkt? Dan is er des te meer reden om te zorgen voor een betere balans tussen werk en privé. Dat is alleen mogelijk als de overheid de komende tien jaar actief vaderschap tot speerpunt van emancipatie maakt. Andere Europese landen kunnen als voorbeeld dienen. In Zweden hebben mannen na de bevalling een maand doorbetaald ouderschapsverlof, ingegeven door het inzicht dat vaderinstinct bestaat, maar het hechtingsgedrag tussen vader en kind de kans moet krijgen zich te ontwikkelen. Het bevallingsverlof van twee dagen dat Nederlandse mannen ten deel valt, steekt wel heel schraal af bij de tien, veertien of twintig doorbetaalde verlofdagen waarop mannen elders in Europa recht hebben.

De beleidsverkenning Modernisering regeling voor verlof en arbeidstijden, die onder leiding van minister Piet Hein Donner in november 2008 werd afgerond, behelst een voorstel om de verschillende regelingen voor zorg-, kraam- en calamiteitenverlof te vereenvoudigen en samen te voegen. Vaders zouden ook een ruimer zorgverlof krijgen. Deze regeling zou begin dit jaar als wetsvoorstel naar de Kamer worden gestuurd, maar er is niets meer van vernomen.

Met een zorgverlof voor vaders bespaart de overheid veel geld op kinderopvang

De balans tussen werk- en privé is ook in ons land gediend met de mogelijkheid van een langer doorbetaald zorgverlof voor vrouwen en mannen, zoals dat in Duitsland, Noorwegen en Zweden bestaat. Voor een overheid die de komende tijd 29 miljard moet gaan bezuinigen, lijkt zo’n zorgverlof op het eerste gezicht onhaalbaar. Maar er staat een besparing tegenover, zoals de aanzienlijke subsidiëring van kinderopvang in het eerste levensjaar. De noodzaak tot meer deeltijdwerken, eveneens ingegeven door de crisis, kan ook leiden tot een mama- en papatraject, waarin beide ouders drie, hooguit vier dagen werken. De aanvulling op hun salaris kan dan gebeuren door tijdelijke kwijtschelding van AOW-premie omdat ze zelf zorgen voor toekomstige premiebetalers. De continuïteit van ouderlijke zorg is op zo’n manier gewaarborgd omdat er altijd één ouder thuis is en er hooguit twee dagen per week van een crèche of naschoolse opvang gebruikgemaakt moet worden. Meer continuïteit thuis en een gelijkwaardiger verdeling van werk en zorg kan ook gestimuleerd worden door flexibele werktijden voor beide ouders, en thuiswerken. De nabije toekomst zal dit overigens afdwingen. De babyboomgeneratie gaat de komende jaren met pensioen en dat veroorzaakt een aanzienlijke krimp van de beroepsbevolking. Werkgevers zullen meer moeite moeten doen om geschikte kandidaten voor bepaalde functies te vinden. Dat geeft die kandidaten meer onderhandelingsruimte. Flexibeler arbeidsvoorwaarden om ouderschap en werk evenwichtiger te combineren, zullen daar ongetwijfeld deel van uitmaken.

Weekblad, pagina 32-33: Tien tips voor vaders

vrijdag, juni 18, 2010

520. Radio 1 - Dit is de dag - Vaderdagtrofee 2010 - Peter Tromp over betekenis vader in het gezin

Bron: Radio 1 - EO - Dit Is De Dag (ma. t/m vr. 10.30 tot 12.00 uur) – Vrijdag 18 juni 2010

Uit onderzoek bleek deze week dat 6 op de 10 vaders tevreden zijn over de tijd die ze doorbrengen met hun kinderen. Toch vindt Peter Tromp van het Vaderkenniscentrum dat vaders nog veel te weinig positieve aandacht krijgen. Daarom organiseert hij op de vrijdag voor Vaderdag een vaderschapssymposium, waar ook de Vaderdagtrofee uitgereikt zal worden. Een van de genomineerden daarvoor is Wouter Bos. Peter Tromp vertelt meer over dit initiatief.

Gemiddelde waardering: 5,0 van 5,0 sterren

Beluister het gesprek met Peter Tromp

woensdag, juni 16, 2010

514. Het ouderschapsplan - Bijdrage aan een gelijkwaardig ouderschap?

Het ouderschapsplan

Bijdrage aan een gelijkwaardig ouderschap?

Carmen Jonathans

Enova zoekt vaders voor onderzoek

Op 1 maart 2009 is de ‘Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding’ in werking getreden (Ministerie van Justitie, 2009). Deze wet is een poging tot vermindering van (echt)scheidings- en omgangsproblematiek. Gepaard met deze wet, gaat de verplichting voor ouders om een ouderschapsplan op te nemen in hun verzoek tot echtscheiding. In dit ouderschapsplan wordt gestreefd naar een gelijkwaardig ouderschap na een scheiding. Dit is uiteraard een prachtig streven. De vraag is alleen: ‘Kan dit ouderschapsplan in de praktijk daadwerkelijk bijdragen aan een gelijkwaardig ouderschap na een scheiding?’ Op deze vraag probeert Enova* emancipatie adviesbureau Drenthe een antwoord te krijgen, door middel van het onderzoek dat zij hebben ingesteld naar de werking van het ouderschapsplan. Om deze reden is Enova op zoek naar vaders die na 1 maart 2009 zijn gescheiden en te maken hebben gehad met het opstellen van een ouderschapsplan. Het wordt zeer op prijs gesteld als u mee wilt werken aan dit onderzoek, uiteraard wordt de privacy van uw gegevens hierbij gewaarborgd. Wilt u meewerken aan dit onderzoek, stuur dan voor 30 juni 2010 een e-mail naar: cjonathans@stamm.nl

* Voor meer informatie over Enova zie: www.enova-ebd.nl/

(Echt)scheidingscijfers in Nederland

De laatste dertig jaar zijn de echtscheidingscijfers in Nederland fors gestegen, zo bleek uit een onderzoek van het CBS in 2009. Daarmee groeit ook het aantal kinderen dat geconfronteerd wordt met de (echt)scheiding van hun ouders. In de periode van 1996 – 2008 hebben er in totaal gemiddeld 33.078 echtscheidingen per jaar plaatsgevonden. Bij gemiddeld 17.714 van deze echtscheidingen (dus meer dan 50%) waren er kinderen betrokken. Het gaat hierbij dus om een aanzienlijk percentage, waarbij er bovendien alleen nog maar is gekeken naar de groep officiële echtscheidingen. Van het aantal kinderen dat jaarlijks wordt geconfronteerd met de beëindiging van een officieuze scheiding zijn geen absolute cijfers bekend. Maar naar schatting worden jaarlijks circa 18.000 kinderen betrokken bij de beëindiging van ongehuwde samenwoonrelaties (de Graaf, 2005).

Scheiden is beter dan ruzie?

‘Voor kinderen is het beter dat ouders gaan scheiden, dan dat ze telkens geconfronteerd worden met ruziënde ouders’ is een uitspraak waar men vandaag de dag niet meer van op kijkt. Maar in werkelijkheid is de keuze tussen ruziënde ouders en gescheiden ouders natuurlijk kiezen tussen twee kwaden. Wanneer ouders gaan scheiden, komen de kinderen automatisch in een moeilijke situatie terecht. Zo is een verandering in de woonsituatie van het kind onvermijdelijk. Verscheidene onderzoeken tonen aan dat ruim drie kwart van alle kinderen na een scheiding bij hun moeder gaat wonen (De Graaf, 2005; Spruijt, 2007). Dit aanzienlijke percentage wordt volgens Stamps (2002) veroorzaakt door het feit dat rechters, ondanks een neutrale wetgeving, over het algemeen een voorkeur voor moeders laten zien: ‘maternal preference.’ Ook sociale hulpverleners vertonen een dergelijke voorkeur jegens moeders. Uit onderzoek blijkt dat moeders met financiële, cognitieve of psychische problemen drie keer zoveel kans maken op een positieve aanbeveling betreft de voogdij over hun kind dan vaders die in dezelfde situatie verkeren (Davidson-Arad, Cohen & Wozner, 2003).

Gemis aan vader

Het feit dat het grootste deel van de kinderen na een scheiding bij hun moeder gaat wonen, heeft vanzelfsprekend gevolgen voor het contact tussen het kind en de uitwonende vader. Allereerst is er natuurlijk de afnemende frequentie van het contact tussen een vader en zijn kind. Uit het Onderzoek Jeugd en Gezin 2006 blijkt zelfs dat in 20% van alle gevallen kinderen helemaal geen contact meer met hun vader hebben (Spruijt, 2007). Verder blijkt dat deze afnemende contactfrequentie er vaak ook nog voor zorgt dat de kwaliteit van de vader-kind relatie wordt aangetast. In het Onderzoek Gezinsvorming 1998 werden volwassenen, die in hun jeugd te maken hebben gehad met een ouderlijke scheiding, gevraagd naar de kwaliteit van de relatie met hun beide ouders. Slechts 27% van de ondervraagden bestempelde de relatie met hun vader als ‘goed,’ tegenover 64% dat de relatie met hun moeder als ‘goed’ bestempelde. Ook Peters en Ehrenberg (2008) tonen met hun onderzoek aan dat jongeren uit intacte gezinnen een sterkere vader-kind relatie hebben dan jongeren uit gebroken gezinnen. Dit gegeven op zich is natuurlijk al erg genoeg. Echter, des te schrijnender wordt het wanneer we stilstaan bij de waarde van de vaderlijke inbreng in het ontwikkelingsproces van een kind. Waarom is het nou zo belangrijk dat een kind contact heeft met zijn vader? Er zijn tal van redenen te noemen, die bovendien door onderzoeksresultaten worden bevestigd: een vader is een belangrijk rolmodel voor zijn kinderen (Popenoe, 1996), de aanwezigheid van een vader heeft een positieve invloed op de mentale gezondheid van kinderen (Dubowitz, Black, Cox, Kerr, Litrownik, Radhakrishna, English, Wood Schneider & Runyan, 2001), vaders spelen een belangrijke rol bij het leren omgaan met intense emoties (Flouri, 2005), kinderen met betrokken vaders vertonen minder anti-sociaal gedrag (Flouri & Buchanan, 2002), de emotionele betrokkenheid van een vader staat op een positieve manier in verband met het zelfrespect van een kind (Deutsch, Servis & Payne, 2001). Het is wel duidelijk: een kind heeft zijn vader net zo hard nodig als zijn moeder!

Literatuur

CBS (2009a). Echtscheiding; leeftijdsverschil, kinderen, geboorteland, huwelijksduur. Verkregen op 18 maart 2010, via: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=60060NED&D1=0-3,5-10,144&D2=a&HD=080619-1211&HDR=T&STB=G1

Davidson-Arad, B., Cohen, O. & Wozner, Y. (2003). Social Workers Custody Recommendations: Contributions of Child’s Expected Quality of Life and Parental Features. Journal of Divorce & Remarriage. 39 (1). 11-26. Verkregen op 7 mei 2010, via: http://dx.doi.org/10.1300/J087v39n01_02

Deutsch, F.M., Servis, L.J. & Payne, J.D. (2001). Paternal Participation in Child Care and Its Effects on Children's Self-Esteem and Attitudes Toward Gendered Roles. Journal of Family Issues. 22 (8). 1000-1024. Verkregen op 23 maart 2010, via: http://jfi.sagepub.com.proxy-ub.rug.nl/cgi/reprint/22/8/1000

Dubowitz, H., Black, M.M., Cox, C.E., Kerr, M.A., Litrownik, A.J., Radhakrishna, A., English, D.J., Wood Schneider, M. & Runyan, D.K. (2001). Father Involvement and Children's Functioning at Age 6 Years: A Multisite Study. Child Maltreatment. 6 (4). 300-309. Verkregen op 23 maart 2010, via: http://cmx.sagepub.com.proxy-ub.rug.nl/cgi/reprint/6/4/300

Flouri, E. (2005). Fathering & child outcomes. Chichester: John Wiley & Sons.

Flouri, E. & Buchanan, A. (2002). Life Satisfaction in Teenage Boys: The Moderating Role of Father Involvement and Bullying. Aggressive Behaviour. 28 (2). 126-133. Verkregen op 23 maart 2010, via: http://www3.interscience.wiley.com.proxy-ub.rug.nl/cgi-bin/fulltext/90512576/PDFSTART

Graaf, A. de (2005). Scheiden: motieven, verhuisgedrag en aard van de contacten. Bevolkingstrends, 4e kwartaal 2005 (39-46). Verkregen op 18 maart 2010, via: http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/D7F31A5F-FD10-40E1-A38E-1EFD8918A6B8/0/2005k4b15p039art.pdf

Ministerie van Justitie (2009). Ouderschapsplan opstellen bij scheiding en afschaffing van flitsscheiding. Verkregen op 27 januari 2010, via: http://www.postbus51.nl/nl/home/publicaties/familie--jeugd-en-gezin/scheiden/scheiding-en-de-kinderen/ouderschapsplan-opstellen-bij-scheiding-en-afschaffing-van-flitsscheiding.html

Olde loohuis, J. (2009). Vaderschap doet ertoe! Masterscriptie Pedagogiek. Rijksuniversiteit Groningen.

Peters, B. & Ehrenberg, M.F. (2008). The Influence of Parental Separation and Divorce on Father-Child Relationships. Journal of Divorce & Remarriage. 49 (1/2). 78-109. Verkregen op 7 mei 2010, via: http://dx.doi.org/10.1080/10502550801973005

Popenoe, D. (1996). Life without father. Compelling new evidence that fatherhood and marriage are indispensable for the good of children and society. Cambridge: Harvard University Press.

Spruijt, E. (2007). Scheidingskinderen. Overzicht van recent sociaal-wetenschappelijk onderzoek naar de gevolgen van ouderlijke scheidingvoor kinderen en jongeren. Amsterdam: Uitgeverij SWP.

Stamps, L.E. (2002). Maternal Preference in Child Custody Decisions. Journal of Divorce & Remarriage. 37 (1/2). 1-11. Verkregen op 7 mei 2010, via: http://dx.doi.org/10.1300/J087v37n01_01

513. Oproep: formeren groep voor reactie raadpleging EU over kinderrechten

De EU Commissie doet een openbare raadpleging over de de rechten van het kind.

http://ec.europa.eu/justice_home/news/consulting_public/news_consulting_0009_en.htm

Dit is onze kans om de huidige obstakels en problemen met betrekking tot kinderrechten, familierecht en jeugdzorg onder de aandacht te brengen en oplossingen hiervoor aan te dragen. Hiermee kunnen we mogelijk een steentje bijdragen aan het verbeteren van de kinderrechten voor de toekomst. Ik roep daarom iedereen op om een groep samen te stellen die dit oppakt. De reactie moet er liggen voor 20 augustus, dus snelheid is geboden.

Graag reactie naar vaderkenniscentrum@gmail.com voor iedereen die zich geroepen voelt om hier een bijdrage aan te leveren.

Martin Barto
i.s.m. Peter Tromp
Vaderkenniscentrum.nl

dinsdag, juni 15, 2010

512. Kritische kanttekeningen vanuit ouder- en kindperspectief bij het 'Wetsvoorstel Kinderombudsman' dat om 16.00 uur in de Eerste Kamer wordt behandeld

Stelling: 'Ouders en kinderen zouden zich het klachtrecht bij de bij 'De Nationale Ombudsman' in te stellen 'Kinderombudsman' tegen overheidsinstanties niet verder moeten laten afnemen, ten gunste van een zgn. toegevoegd "klachtrecht voor bestuursorganen" voor diezelfde overheidsinstanties en bestuursorganen (zoals kinderbescherming en jeugdzorg)'. 

Er is geen enkele behoefte aan een Kinderombudsman als weer een nieuwe kinderbeschermingsinstantie zoals nu in dit wetsvoorstel wordt voorgesteld, maar aan een Kinderombudsman waar ouders en kinderen ook werkelijk met hun klachten tegen de overheid, de kinderbescherming en de jeugdzorg terecht kunnen en die die klachten ook serieus onderzoekt en vanuit dat perspectief aanbevelingen voor verbetering doet. 

Vanuit het oogpunt van de reeds naar de overheid doorgeslagen machtsverhoudingen en de 'equality of arms' voor burgers, ouders en kinderen, dient niet het perspectief van de overheid en haar bestuursorganen weer opnieuw centraal te worden gesteld bij de in te stellen Kinderombudsman, maar juist dat van ouders en hun kinderen die met deze overheid te maken krijgen.

Vanmiddag om 16.00 uur komt in de Eerste Kamer het wetsvoorstel Kinderombudsman van PvdA-er Arib aan bod. 
Livestream
Via internet kunt u vanmiddag om 16.00 uur desgewenst rechtstreeks de plenaire vergadering van de Eerste Kamer volgen. (In de regel wordt in de Eerste Kamer alleen op dinsdagmiddag vergaderd.)
Stenogram
Van iedere plenaire vergadering wordt een woordelijk verslag gemaakt. Het ongecorrigeerde verslag ofwel 'stenogram' wordt meestal op de dag na de vergadering op deze website gepubliceerd. Klik hier voor de meest recente stenogrammen.

Stukken
De vanmiddag geagendeerde stukken rond het Wetsvoorstel Kinderombudsman zijn hier te vinden:
Dit wetsvoorstel heeft de vorm van een wijzigingswet op de Wet op de Nationale Ombudsman en stelt een Kinderombudsman aan als substituut-ombudsman bij het bureau van De Nationale Ombudsman en bepaalt daarvoor een specifieke eigen (en dus andere) werkwijze en taakstelling.

De Nationale Ombudsman behandeld normaal klachten van burgers tegen het overheidsapparaat. M.i. proberen de protagonisten van een 'Ombudsman voor kinderen' met dit wetsvoorstel echter juist het klachtrecht van burgers, ouders en kinderen in 'kinderzaken' te vervagen, beperken, belemmeren en tegen te werken, ten gunste van 'een zgn. veel bredere en algemenere' onderzoekstaakstelling naar klachten (incl. de klachten uit of van bestuursorganen, naast de private klachten van burgers) door de Kinderombudsman, een en ander zgn. in het 'belang van de jeugd' (jawel, daar istie weer, die gouden haarlemmerolie-formule van en voor kinderbescherming en jeugdzorg!).

De Kinderombudsman is in het wetsvoorstel nl. niet verplicht om alle klachten van ouders, kinderen en jongeren te onderzoeken. De Kinderombudsman krijgt daarin eigen beslissingsbevoegdheid (zgn. eigen discretie), Volgens Arib doet de kinderombudsman in haar wetsvoorstel dan ook vooral veel meer dan klachten behandelen: nl. misstanden signaleren en onderzoeken, voorlichting geven over kinderrechten en het doen van aanbevelingen.

M.i. heeft de politiek daarmee de onderzoeksruimte van de Kinderombudsman in individuele klachten van burgers beperkt ten gunste van een soort algemene onderzoeks- en adviestaakstelling aan politiek en overheid op aangeven van kinderbescherming en jeugdzorg (de zgn. klachten uit of van bestuursorganen). De Kinderombudsman uit het onderhavige wetsvoorstel onderzoekt kortom niet alle klachten van burgers meer, maar 'vooral' zaken die door die instanties en bestuursorganen als kinderbescherming en jeugdzorg ook 'in het belang van de jeugd' als 'algemeen onderzoekwaardig' geacht worden.

Instanties als kinderbescherming en jeugdzorg schuiven daarmee naar mijn opvatting opnieuw het individuele klachtrecht van burgers opzij en eigenen zich deze Kinderombudsman in feite als hun eigen spreekbuis toe.

Tegen deze verdere uitholling van het klachtrecht van burgers en jongeren ten gunste van een toegevoegd "klachtrecht voor bestuursorganen" (bestuursorganen zijn de instanties waarover door burgers juist geklaagd moet kunnen worden) zou m.i. daarom op zijn minst stelling kunnen worden genomen door de ouderorganisaties vindt het Vader Kennis Centrum.

Er is immers geen enkele behoefte aan een Kinderombudsman als weer een nieuwe toegevoegde 'kinderbeschermings- of inspectieinstantie' in het al te grote pandemonium van kinderbeschermings- en jeugdzorginstanties. Waar behoefte aan is is een Kinderombudsman die klachten van burgers, ouders en kinderen tegen kinderbeschermings- en jeugdzorginstanties (de zgn. bestuursorganen van de overheid) serieus neemt en vanuit dat perspectief ook onderzoekt en aanbevelingen doet.

Voorgeschiedenis wetsvoorstel
Het wetsvoorstel is al op 22 april 2010 in de Tweede Kamer aangenomen met de stemmen van PvdA, D66, VVD, ChristenUnie, SGP, CDA en PVV.
Zie voor de stemmingen op 22 april 2010: http://ikregeer.nl/document/h-tk-20092010-80-6870

De laatste TK-debatten hierover zijn hier nog terug te lezen:

Verwachting is dat dit ook in de Eerste kamer zal gebeuren. De behandeling in de Eerste Kamer is daarmee dus in zekere zin helaas al weer een achterhoedegevecht.

Zie verder de documentatie en de wetstekst hieronder om zich uw eigen mening te vormen,

Peter Tromp
VaderKennisCentrum.nl


Bijlagen:

Dinsdag 15 juni 2010 10.15 uur, plenaire vergadering, Eerste Kamer


16.00 - 16.35 uur eerste termijn Kamer: Initiatiefvoorstel-Arib Wet Kinderombudsman (31.831)
17.35 - 18.40 uur: Antwoord initiatiefnemers en regering, re- en dupliek
Initiatiefvoorstel-Arib Wet Kinderombudsman (31.831)

Deze tijden zijn indicatief, waar versnelling mogelijk is zullen de tijden worden aangepast

http://www.eerstekamer.nl/plenaire_vergadering/20100615

Initiatiefvoorstel-Arib Wet Kinderombudsman


Dit initiatiefvoorstel van het lid Arib (PvdA) regelt de instelling van een Kinderombudsman. De indiener heeft dit initiatiefvoorstel ingediend omdat de regering de door de Tweede Kamer aangenomen motie-Arib/Ravestein (TK 26.816, nr. 7) tot instelling van een Kinderombudsman niet wilde uitvoeren. De regering heeft aangegeven (TK 26.816, nr. 32) dat de in de motie genoemde taken in Nederland al worden uitgevoerd. De indiener was het daar niet mee eens.

Met dit voorstel wordt de Kinderombudsman bij het bureau van de Nationale ombudsman geplaatst. Volgens de indiener is door de ondertekening van het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind en de aanbevelingen van het VN-Comité naar aanleiding van de rapportage van Nederland over de voortgang van de implementatie van het kinderrechtenverdrag, de internationale ontwikkeling op het gebied van de Kinderombudsman en ervaringen in Nederland met kinderombudswerk oprichting van een onafhankelijke Kinderombudsman nodig. Ook de manier waarop in Nederland het klachtrecht in de jeugdzorg is georganiseerd is een belangrijke aanleiding.

Het voorstel (EK 31.831, A )is op 22 april 2010 aangenomen door de Tweede Kamer. SP, PvdA, GroenLinks, D66, PvdD, ChristenUnie, SGP en CDA stemden voor. De Eerste Kamercommissie voor VWS/JG heeft op 1 juni 2010 het eindverslag onder voorbehoud uitgebracht. De plenaire behandeling vindt plaats op 15 juni 2010.

http://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/31831_initiatiefvoorstel_arib_wet

======================================================

De laatste tekstversie van het voorliggende wetsvoorstel Kinderombudsman

:
(Leeswijzer: alleen Artikel 1 van onderhavige wijzigingswet op de Wet Nationale Ombudsman is relevant voor Nederland)
======================================================

31 831 Voorstel van wet van het lid Arib tot wijziging van de Wet Nationale ombudsman in verband met de instelling van de Kinderombudsman (Wet Kinderombudsman)

Eerste Kamer der Staten-Generaal, Vergaderjaar 2009–2010, kst-31831-A, ISSN 0921 - 7371, ’s-Gravenhage 2010

GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
22 april 2010

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is eenKinderombudsman in te stellen die zich bezig houdt met de belangen van jeugdigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I  

De Wet Nationale ombudsman wordt als volgt gewijzigd:

A
In artikel 1 wordt, onder verlettering van onderdeel b tot c, een onderdeel ingevoegd, luidende:
b. Kinderombudsman: de als zodanig aangewezen substituut-ombudsman, bedoeld in artikel 9, eerste lid;.

B
Na artikel 1c wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1d
De artikelen 1b en 1c zijn niet van toepassing op de Kinderombudsman, voor zover die als zodanig optreedt.

C
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, eerste volzin, vervalt «zo nodig» en wordt na «substituut-ombudsman» ingevoegd: en wijst daarbij de substituut-ombudsman aan die de functie van Kinderombudsman heeft.
2. Aan het slot van het eerste lid wordt een zin toegevoegd, luidende:
Indien er geen Kinderombudsman is, draagt de ombudsman zo spoedig mogelijk zorg voor een verzoek als bedoeld in de eerste volzin.

D
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid wordt een zin toegevoegd, luidende: De ombudsman regelt tevens de vervanging van de Kinderombudsman door een substituut-ombudsman, voor het geval dat die tijdelijk niet in staat is zijn ambt te vervullen.
2. In het tweede lid wordt na «de ombudsman» telkens ingevoegd: of Kinderombudsman.
3. In het derde en zesde lid wordt na «de ombudsman» ingevoegd «of Kinderombudsman» en wordt na «van ombudsman» ingevoegd: of Kinderombudsman.
4. In het vierde lid wordt na «van ombudsman» ingevoegd: of Kinderombudsman.
5. In het vijfde lid wordt na «nieuwe ombudsman» ingevoegd: of Kinderombudsman.

E
Na artikel 11 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK IIA De Kinderombudsman

Artikel 11a
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
a. jeugdige: een persoon die de meerderjarigheidsleeftijd nog niet heeft bereikt;
b. kinderrechtenverdrag: het op 20 november 1989 te New York tot stand gekomen Verdrag inzake de rechten van het kind (Trb. 1990, 46);
c. rechten van jeugdigen: de rechten van jeugdigen, opgenomen in het kinderrechtenverdrag.

Artikel 11b

1. De Kinderombudsman heeft tot taak te bevorderen dat de rechten van jeugdigen worden geëerbiedigd door bestuursorganen en door privaat-rechtelijke organisaties.

2. Hij doet dit in elk geval door:
a. voor te lichten en informatie te geven over de rechten van jeugdigen;
b. gevraagd en ongevraagd advies te geven aan de regering en de Tweede Kamer over wetgeving die en beleid dat de rechten van jeugdigen raakt;
c. het instellen van onderzoek naar de eerbiediging van de rechten van jeugdigen naar aanleiding van klachten of uit eigen beweging;

d. het toezicht houden op de wijze waarop klachten van jeugdigen of hun wettelijke vertegenwoordigers door de daartoe bevoegde instanties, niet zijnde de ombudsman, worden behandeld.

3. Bij de uitvoering van zijn taken, houdt de Kinderombudsman zo veel mogelijk rekening met de mening van jeugdigen zelf overeenkomstig artikel 12 van het kinderrechtenverdrag, met de belangen van jeugdigen en met hun belevingswereld.

Artikel 11c
1. Een ieder die meent dat een of meer rechten van jeugdigen niet geëerbiedigd worden door:
a. een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1a, met dien verstande dat, in afwijking van artikel 1a, eerste lid, onder b, daaronder mede worden begrepen bestuursorganen met een eigen voorziening voor de behandeling van verzoekschriften als bedoeld in artikel 1a, eerste lid, onder b;
b. een orgaan van een rechtspersoon, niet zijnde een bestuursorgaan, voor zover die:
1° een bij of krachtens de wet geregelde taak ten aanzien van jeugdigen uitoefent; of
2° anderszins een taak ten aanzien van jeugdigen uitoefent op het terrein van het onderwijs, de jeugdzorg, de kinderopvang of de gezondheidszorg,
kan een klacht indienen bij de Kinderombudsman.

2. Een klacht over een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1a, geldt als een verzoek als bedoeld in artikel 9:18, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

3. Een gedraging van een medewerker van een rechtspersoon als bedoeld in het eerste lid, onder b, verricht in de uitoefening van zijn functie, wordt aangemerkt als een gedraging van die rechtspersoon.

Artikel 11d
1. Op de behandeling van klachten over en onderzoek uit eigen beweging naar bestuursorganen met een eigen voorziening voor de behandeling van verzoekschriften als bedoeld in artikel 1a, eerste lid, onder b, en organen van rechtspersonen als bedoeld in artikel 11c, eerste lid, onder b, door de Kinderombudsman zijn artikel 15 alsmede titel 9.2 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.
2. In afwijking van artikel 9:18, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, kan een klacht als bedoeld in artikel 11c, eerste lid, mondeling worden ingediend. De artikelen 9:23 onder a en 9:28 van de Algemene wet bestuursrecht zijn in dat geval niet van toepassing.
3. In afwijking van artikel 9:18, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht is de Kinderombudsman niet verplicht een onderzoek in te stellen, indien de klacht een orgaan als bedoeld in artikel 11c, eerste lid, onder b, betreft.
4. De in artikel 9:33 van de Algemene wet bestuursrecht bedoelde vergoeding van kosten vindt plaats ten laste van het Rijk indien het onderzoek betrekking heeft op een orgaan van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 11c, eerste lid, onder b.

Artikel 11e
1. De Kinderombudsman zendt jaarlijks een verslag van zijn werkzaamheden aan de beide Kamers der Staten-Generaal en aan Onze Ministers, alsmede aan andere bestuursorganen en privaatrechtelijke organisaties voor zover hij dat wenselijk acht. Artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de Kinderombudsman bij het verslag gegevens kan voegen, slechts ter vertrouwelijke kennisneming door de leden van de Staten-Generaal en Onze Ministers.
2. De Kinderombudsman draagt er zorg voor dat het verslag openbaar wordt gemaakt en algemeen verkrijgbaar wordt gesteld.
3. De Kinderombudsman kan ook dadelijk na het afsluiten van een onderzoek de beide Kamers der Staten-Generaal en vertegenwoordigende organen van provincies en gemeenten inlichten omtrent zijn bevindingen, zo dikwijls hij de eerdere kennisneming daarvan voor het betreffende orgaan van belang acht of een orgaan als hiervoor bedoeld dit verzoekt.

ARTIKEL II

Indien het bij koninklijke boodschap van 26 mei 2009 ingediende voorstel van wet tot aanpassing van wetten in verband met de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam binnen Nederland (Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba) (Kamerstukken 31 959), tot wet is of wordt verheven, en die wet eerder in werking is getreden of treedt dan onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt als deze wet, wordt artikel I, onderdeel A van deze wet als volgt gewijzigd:

Artikel I, onderdeel A, komt te luiden:

A
In artikel 1 wordt, onder verlettering van de onderdelen b en c tot c en d, een onderdeel ingevoegd, luidende:
b. Kinderombudsman: de als zodanig aangewezen substituut-ombudsman, bedoeld in artikel 9, eerste lid;.

ARTIKEL III

Indien het bij koninklijke boodschap van 26 mei 2009 ingediende voorstel van wet tot aanpassing van wetten in verband met de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam binnen Nederland (Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba), (Kamerstukken 31 959), tot wet is of wordt verheven, en later in werking treedt dan deze wet, wordt artikel 2.4, onderdeel A van die wet als volgt gewijzigd:

Artikel 2.4, onderdeel A, komt te luiden:

A
In artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel ingevoegd, luidende:
d. openbare lichamen: openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

ARTIKEL V
Deze wet wordt aangehaald als: Wet Kinderombudsman. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Minister voor Jeugd en Gezin,

vrijdag, juni 11, 2010

511. NOVA over de onbeschermde positie van vaders* en hun kinderen in de familierechtspraak: 'Gescheiden vaders in opstand'

Get Microsoft Silverlight Bekijk de video in andere formaten.
Gescheiden vaders in opstand (Zie vanaf 23:50 min. in bovenstaande video van de uitzending). "Gescheiden vaders die hun kind niet mogen zien na een echtscheiding, hebben een nieuw dwangmiddel in handen: ze eisen het ouderlijk gezag bij de rechtbank op." kopt NOVA in deze uitzending van Camelia Buys en Mieke Kwant.(Nova, actualiteitenprogramma van NPS, VARA en NOS. Presentatie: Clairy Polak. Datum uitzending: 11-06-2010 22:45)

Woord vooraf

Allereerst geweldig dat NOVA in haar uitzending van 11 juni op Nederland 2 opnieuw aandacht heeft besteed aan de enorme problemen van vaders* en hun kinderen in het familierecht om na een scheiding met elkaar in contact te kunnen blijven. NOVA, bedankt.

Als uit deze uitzending een ding opnieuw duidelijk is geworden, dan is het wel de onbeschermde en treurig stemmende positie van vaders* en hun kinderen in het Nederlandse familierecht bij een scheiding. Vaders* blijken momenteel nergens terecht te kunnen als de door een familierechter beschikte ouderschap- of omgangsregeling met de kinderen na een scheiding door de moeder* niet wordt nagekomen en eenzijdig verbroken wordt. Aan kwaadwillende moeders* die de kinderen tegen hun vader* opstoken en/of geheel van hun vader weg houden, wordt in het Nederlandse familierecht geen strobreed in de weg gelegd blijkt ook uit deze uitzending van NOVA weer klip en klaar. In tegendeel. Al dan niet bedoeld, kunnen zij - vaak met de hulp van familierechters, familierechtadvocaten en de adviserende kinderbescherming - ongestoord en vrijelijk hun gang gaan.

Het gaat hier voor kinderen en vaders om een niet gering probleem. Want als direct gevolg van de door NOVA in beeld gebrachte praktijken in het familierecht groeit ca. 17% (ca. een half miljoen kinderen) van alle Nederlandse kinderen momenteel geheel vaderloos* op. En nog eens ca. 17% van alle Nederlandse kinderen groeit met een door het familierecht tot weekeinde-vader gemarginaliseerde vader* op. En dat treft nog eens ca. een half miljoen Nederlandse kinderen.

Een probleem waarbij de Nederlandse politiek het nu al tientallen jaren, sinds het ontstaan ervan met de nieuwe scheidingswetgeving in de zeventiger jaren van de vorige eeuw, lelijk heeft laat afweten en nog steeds niets doet.

De uitzending van Nova van 11 juni bracht opnieuw de ineffectiviteit en nutteloosheid in beeld van:
a. de zgn. 'civiele gijzelingsbeschikkingen', een al tientallen jaren oud en evenlang ineffectief gebleken familierechtelijk handhavingsmiddel tegen omgangsfrustrerende moeders;
b. met daarbovenop nu ook gestapeld de zgn. civiele 'contraire gezagswijziging' over de kinderen, een eveneens al jaren bestaand en nergens toe leidend handhavingsmiddel uit het familierecht.

Jammer is misschien wel dat NOVA er daarbij in haar uitzending niet aan is toegekomen, om een volledig beeld van de omvang van de onbeschermde relatie van kinderen met hun vaders* te schetsen en het geheel ontbreken, dan wel ineffectief zijn, van handhavingsmiddelen in het familierecht na scheiding.

Waar in Nederland tienduizenden gescheiden vaders bij het onderhouden van contact met hun kinderen na een scheiding steeds weer opnieuw voor een gesloten deur komen bij kwaadwillende en omgangsfrustrerende moeders,



Het lijkt allemaal alleen bedoeld om de aandacht af te leiden van:

a. de systematische sabotage door politie en justitie van de mogelijkheid voor vaders om tegen moeders strafrechterlijk aangifte te doen van onttrekking bij omgangsfrustratie in geval van gezamenlijk gezag (WvS, Art. 279), waar politie en justitie juist met Amber Alerts en vliegende trom en gillende sirenes uitrukken als moeders van dit misdrijf aangifte doen tegen vaders. De Nederlandse politie en justitie weigeren systematisch om tegen vrouwelijke criminelen en criminele gescheiden moeders op te treden, maar willen alleen in actie komen als ze achter een vader aan kunnen gaan. Dat heet gender racisme en een gender discriminerende Nederlandse overheid.

b. de mogelijkheid voor de familierechter om 'contraire zorg- of hoofdverblijfplaatswijziging' op te leggen i.p.v. de gebakken lucht van de 'contraire gezagswijziging' waarover Nova nu weer 'kletst en klatert'.

Want zowel die 'civiele gijzelingsbeschikkingen' als de 'contraire gezagswijzigingen' waar Nova het vanavond over heeft, zijn voor vaders, die hun kinderen niet te zien krijgen door toedoen van omgangsfrustrerende moeders, beiden gebakken lucht en leveren vaders en hun kinderen na een scheiding weinig anders op dan eindeloze en zeer kostbare familierechtelijke procedures (moeder procedeert daarentegen gratis met een toevoeging van de Raad voor de Rechtsbijstand, noch zo'n gender racistische Nederlandse instantie).

Toch wordt over deze nutteloze middelen door NOVA nu al weer voor de tweede keer veel ophef en koude drukte gemaakt alsof het novums zijn.

Ik kreeg echter als gescheiden vader zelf al in 1996 - en eveneens na drie jaar nutteloze procedures en omgangsfrustratie door de moeder - zo'n rottige 'civiele gijzelingsbeschikking' van de 'familierechter'  toegewezen en het hielp geen zier.

En die contraire gezagswijziging wordt nu ook al weer enkele jaren nu en dan eens uitgesproken. Maar veel te sporadisch, niet systematisch en pas na jaren procederen als alle kwaad al geschied is.

NOVA als persberichtenschuiver van de omgangsverbrekende Nederlandse familierechtspraak!?

Ik vraag me daarom af waarom Nova hier plotseling nu zo'n drukte over maakt.

Moet de aandacht van vaders soms afgeleid worden van de sabotage door politie en justitie van de mogelijkheid om strafrechterlijk aangifte te doen van het misdrijf van onttrekking (Art. 279) bij omgangsfrustratie door moeders ?!

Kortom: Is NOVA hier eigenlijk niet gewoon de persberichtenschuiver van de Nederlandse familierechters, dat nutteloze neuspeuterende zwartjurkengilde, het ministerie van Justitie, het onwillige OM en de Raad voor de Kinderbescherming!? Al die duur betaalde zakkenvullers en nietsdoeners uit het Nederlandse familierecht die nu al tientallen jaren structureel honderdduizenden Nederlandse kinderen mishandelen door hen bij scheiding hun vaders en de achterliggende familie van vaderskant te ontnemen.

Je zou het langzamerhand toch werkelijk gaan denken.

Gescheiden vaders moeten weer gewoon hun geld komen wegsmijten aan die jarenlang durende nutteloze familierechtprocedures m.b.v. familierechtadvocaten, vindt het discriminerende gender racistische 'zwartjurkengilde' van de Nederlandse familierechtspraak, i.p.v. politie en justitie 'lastig te vallen' met aangiften van het gepleegde strafbare feit van onttrekking (art. 279) tegen omgangsfrustrerende moeders. 'Kom maar weer terug bij ons in het familierecht en laat u bij ons weer slachtofferen', roepen Camelia Buys en Mieke Kwant van Nova deze zwartjurken na.

Groet,
Peter Tromp
Vader Kennis Centrum


(*) Nadere toelichting bij het gebruik van de woorden 'vaders' en 'moeders' in deze tekst: Gesproken wordt in deze tekst gemakshalve weliswaar over de honderdduizenden Nederlandse scheidingskinderen die door toedoen van kwaadwillende moeders alle contact met hun vaders verliezen. Daarmee is niet gezegd dat dit alleen vaders overkomt. Het overkomt, zij het in een beperkter aantal gevallen (5-10%), namelijk ook moeders: Moeders die door toedoen van kwaadwillende vaders, welke van de rechter na scheiding het hoofdverblijf van de kinderen kregen toegewezen, alle contact met hun kinderen verliezen. Waar u in deze tekst vaders leest moet u dit daarom verstaan als zgn. 'omgangsouders na een scheiding', en waar u moeders leest moet u dit verstaan als zgn. 'hoofdverblijfsouders na een scheiding'.

--------------------------

Gescheiden vaders in opstand

Bron: NOVA - Uitzending - Tags: dwaze vaders, echtscheiding, Camelea Buys, 11 juni 2010, kinderen - 11 juni 2010; 22:45 - 23:15 uur op Nederland 2


Gescheiden vaders die hun kind niet mogen zien, grijpen naar een nieuw dwangmiddel. Ze eisen het ouderlijk gezag op over het kind.

Dwangsommen
Hoewel het gezag veel méér inhoudt, gebruiken de vaders het alleen om de omgangsregeling uit te kunnen voeren. Zo ook Ferry Lelieveld. Hij vraagt het gezag over zijn dochter aan, als zijn ex-vrouw haar vier jaar lang niet meegeeft. Zij beschuldigt hem van mishandeling en seksueel misbruik van hun dochter. Als onderzoek de moeder in het ongelijk stelt, spreekt de rechter uit dat Ferry recht houdt op een omgangsregeling. Als zijn ex-vrouw ook na het opleggen van dwangsommen blijft weigeren hun dochter mee te geven, vraagt Ferry Lelieveld het ouderlijk gezag aan. Daarmee komt de omgang tussen vader en zijn dochter eindelijk op gang.

Gijzelen
Ook Peter Engberts ziet zijn zoon de afgelopen drie jaar niet. Net als bij Ferry beschuldigt ook de ex-vriendin van Peter hem van mishandeling van hun zoon. Maar de rechtbank geeft na onderzoek Peter het recht op een omgangsregeling. Als zijn ex-vriendin blijft weigeren hun zoon mee te geven, krijgt Engbert het recht van de rechtbank om haar te laten gijzelen - gevangen te laten nemen - elke keer als hij zijn zoon niet ziet. Zelfs dat helpt niet en dus vraagt Engbert het gezag over hun zoon aan.

NOVA vanavond over het laatste redmiddel van gescheiden vaders.

Meer Nova uitzendingen over dit onderwerp
Acties voor omgangsregeling succesvol?
Moeder voor strafrechter na negeren omgangsregeling
Gescheiden vaders eisen aandacht politici
De hoop van Fathers 4 Justice
Gescheiden vaders klagen onderzoeksbureau aan

woensdag, juni 09, 2010

510. Aankondiging 18 juni a.s. - Vadersymposium werpt licht op betekenis van vaderschap - Wie wint de Vaderdagtrofee m/v 2010?

Aankondiging Universiteit van Amsterdam

Symposium werpt licht op betekenis van vaderschap

Wie wint de Vaderdagtrofee m/v 2010?

Maakt vaderschap gelukkig? Hoe belangrijk zijn vaders voor kinderen? Wie wint de Vaderdagtrofee m/v 2010? Deze vragen staan centraal tijdens het symposium over vaderschap dat op vrijdagmiddag 18 juni in Amsterdam wordt gehouden. Er zijn onder meer lezingen van hoogleraar Pedagogiek Louis Tavecchio en hoogleraar theoretische astrofysica Vincent Icke. Dagvoorzitter is cabaretier Howard Komproe.

Visie op het moderne vaderschap

Het symposium wordt op initiatief van het Vader Kennis Centrum georganiseerd door de Universiteit van Amsterdam, het Vader Kennis Centrum en IkVader.nl. Pedagogen, filosofen en andere experts geven hun visie op het moderne vaderschap. Aan het eind van de dag vindt voor de vierde maal de uitreiking plaats van de Vaderdagtrofee m/v 2010.

Topsprekers

Louis Tavecchio, hoogleraar Pedagogiek aan de UvA, zal de rol en pedagogische betekenis van vaders toelichten. Vincent Icke, hoogleraar theoretische astrofysica aan de Universiteit Leiden en bijzonder hoogleraar kosmologie aan de UvA, belicht de rol van de (alleenstaande) vader in het leven van Christiaan Huygens, Nederlands beroemdste wis-, natuur- en sterrenkundige en uitvinder. Renske Keizer, socioloog aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, vertelt over de relatie tussen kindertal en sterftekansen en waarom vaders langer leven. En Ger Groot, bijzonder hoogleraar Filosofie en literatuur aan de Radboud Universiteit praat over de noodzaak van het vaderschap. Pedagoge Sophie Borghouts zet tot slot uiteen wat de specifieke invloed is van vaders tijdens kinderspel.

Genomineerden Vaderdagtrofee m/v 2010

Aan het eind van de dag wordt de Vaderdagtrofee m/v 2010 uitgereikt. Dit jaar zijn er vier genomineerden voor de trofee: (a) Europoliticus Marije Cornelissen van GroenLinks voor haar initiatief tot invoering van twee weken betaald vaderschapsverlof in heel Europa; (b) oud-politicus Wouter Bos voor zijn vertrek uit de politiek omwille van zijn gezin; (c) kinderpsychiater Glenn Helberg en vader en muzikant Orville Breeveld voor hun Vitamine V-initiatief en (d) publiciste Charlotte Lemmens voor haar pleidooi voor gelijke rechten voor (gescheiden) vaders.

Voor meer informatie en de juryrapporten over de vier genomineerden zie onderstaande verwijzingen.
http://www.vaderdagtrofee.nl

Contact

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Peter Tromp van het Vader Kennis Centrum: T. (030) 238 3636, M. (06) 2450 6249 of E. vaderkenniscentrum @ gmail . com

509. Papa komt thuis! Voorlopige uitslagen Tweede Kamerverkiezingen (CDA gehalveerd. SP, PvdA en CU de verliezers. PVV, VVD, D66 en GL de winnaars.)

Papa komt thuis!

Bron: AD - Celebs - (489325) - 09/06/10 21u39

Jan Peter Balkenende met zijn dochter Amelie. FOTO ANP

ROTTERDAM - Met een verkiezingsnederlaag voor het CDA in het vooruitzicht heeft Paul de Leeuw alvast een gewaagd nieuwtje. Op twitter roept hij...

Paul de Leeuw
BREAKING NEWS: In Capelle aan den IJssel is Amelie B. (Balkenende) de straat opgegaan luid scanderend: Papa komt thuis!

Slechts 12 procent van de ondervraagden zag in zittend premier Jan Peter Balkenende de 'nieuwe' premier. Volgens 26 procent van de kiezers is de PvdA-lijsttrekker de meest geschikte persoon om Jan Peter Balkenende als premier op te volgen. VVD-lijsttrekker Mark Rutte krijgt van 24 procent van de ondervraagden de steun om het land te gaan leiden. (DVDH)

pauldeleeuw
BREAKING NEWS: in cappelle aan den ijssel is Amelie B. de straat opgegaan luid scanderend: Papa komt thuis!! #tk2010 9 juni 2010 - Reply

pauldeleeuw
Kijk!de leider van Nederland: JOB COHEN! Hij houdt de boel bij elkaar. MIsschien wel goed om een bezempje door de PVDA te halen #tk2010 9 juni 2010 - Reply

Voorlopige verkiezingsuitslag 2010:


De definitieve uitslag van de verkiezing voor de Tweede Kamer is vanaf dinsdagmiddag 15 juni 2010 hier beschikbaar, nadat het Centraal Stembureau de uitslag in een openbare zitting heeft vastgesteld. Deze zitting begint om 15.00 uur.

Zie ook hier voor de voorlopige Verkiezinguitslagen Tweede Kamer 2010 in uw woonplaats.

donderdag, juni 03, 2010

503. Forse toename Friese jeugdigen in eenoudergezinnen.

Uit: ‘De Staat van de Friese Jeugd 2010, De Friese jeugd in vergelijking met de Nederlandse jeugd’ (Par. 1.5. Jeugdigen en eenoudergezinnen), Partoer CMO Fryslân en Jeugdmonitor Fryslân, Leeuwarden, mei 2010

  • Het aantal Friese jongeren in een eenoudergezin is tussen 2000 en 2009 met 32% gestegen.
  • In 2009 woonde 11% van de Friese jeugd in een gezin met één ouder. Landelijk was dit 13 %.
Steeds meer jeugdigen groeien op in een eenoudergezin; zowel landelijk als in Fryslân. Een eenoudergezin is een huishouden bestaande uit één ouder met één of meer kinderen. In 2009 woonden er 21.384 Friese jeugdigen t/m 24 jaar in een eenoudergezin, in 2000 waren dit er nog 16.174. Dit is een toename van ruim 32%; dit percentage is groter dan het landelijke (27%).

Het aantal jeugdigen in een eenoudergezin steeg in elke gemeente in Fryslân in de periode van 2000 tot en met 2009, met uitzondering van de eilandgemeenten.

In 2009 woonde 11% van de Friese jeugd in een eenoudergezin. Dit is wel lager dan landelijk waar 13% van de jeugd in een eenoudergezin woonde (figuur 2.6).

Figuur 1.6 - Percentage jeugdigen woonachtig in eenoudergezin, 2000 t/m 2009

Klik op de afbeelding voor een vergrote wqeergave! 
Bron: CBS Landelijke Jeugdmonitor, bewerking Jeugdmonitor Fryslân

Download volledig rapport: http://www.partoer.nl/files/13765/de_staat_van_de_friese_jeugd__partoer.pdf
----------------------

Friese jeugd woont vaker bij één ouder - Rapport brengt leven jongeren in beeld

Bron: Friesch Dagblad, Regio, donderdag, 3 juni 2010

Leeuwarden - Steeds meer Friese jongeren groeien op in een eenoudergezin. In 2009 woonden er 21.384 Friezen tot en met 24 jaar in een eenoudergezin. In 2000 waren dat er nog 16.174. Dit betekent een toename van ruim 32 procent. Landelijk nam het percentage in deze periode toe met 27 procent.

Het aantal jeugdigen in een eenoudergezin steeg tussen 2000 en 2009 in elke Friese gemeente, met uitzondering van de eilandgemeenten. In 2009 woonde 11 procent van de Friese jeugd in een gezin met één ouder. Landelijk was dit 13 procent.

Dit blijkt uit het rapport De Staat van de Friese jeugd 2010. Dat rapport is opgesteld door Partoer CMO Fryslân in opdracht van de provincie. In het rapport wordt de Friese jeugd vergeleken met de Nederlandse jeugd. Er is gekeken naar onder meer gezondheid, welzijn, jeugdzorg, onderwijs, criminaliteit, werk en inkomen. Partoer baseert het rapport op de Jeugdmonitor Fryslân, een digitale databank met informatie van Bureau Jeugdzorg Friesland, GGZ, UWV, politie en justitie.

Uit het rapport blijkt verder dat de meeste Friese kinderen voldoende bewegen en dat Friese jongeren iets minder alcohol zijn gaan drinken. Partoer vermoedt dat die daling te danken is aan de media-aandacht voor alcoholgebruik onder jongeren. Volgens Partoer drinken Friese jongeren overigens nog steeds te veel.

In het schooljaar 2008-2009 waren er 3761 achterstandsleerlingen in Fryslân, aldus het rapport. Achterstandsleerlingen zijn leerlingen in het basisonderwijs van wie beide ouders een laag opleidingsniveau hebben. Het percentage achterstandsleerlingen is tussen 2004 en 2008 flink afgenomen. In 2004 was 22 procent van de Friese basisschoolleerlingen een achterstandsleerling, in 2008 was dit 11 procent. Landelijk daalde het percentage in dezelfde periode van 25 procent naar 15 procent.

Fryslân had in 2008 vier gemeenten die boven het landelijke percentage achterstandsleerlingen uitkwamen: Ameland (20 procent), Kollumerland (17 procent), Achtkarspelen en Smallingerland (beide 16 procent). Vooral de positie van Ameland is opvallend, omdat de andere Waddeneilanden aanzienlijk onder het landelijke percentage scoorden.

Jeugdwerkloosheid
De jeugdwerkloosheid is in Fryslân fors gestegen, zo blijkt. Er is wel een groot verschil tussen jonge Friese mannen en jonge Friese vrouwen. Het aantal werkzoekende jonge mannen nam tussen 2008 en 2010 met liefst 134 procent toe. Dit ligt flink boven het landelijke gemiddelde van 97 procent. Het aantal werkzoekende jonge vrouwen steeg in deze periode in Fryslân met 20 procent (landelijk 25 procent). Jonge mannen, zo luidt een mogelijke verklaring, hebben vaker een baan in sectoren die gevoelig zijn voor het economisch tij: ICT, transport en bouw.

In Fryslân is het percentage jongeren dat voor de rechter moest verschijnen voor het eerst sinds 2004 gedaald. Van alle twaalf- tot en met 21-jarigen moest 3,16 procent zich in 2008 bij de rechter melden. Landelijk was dit 3,27 procent.
----------------------

Jeugd heeft toekomst, maar heeft toekomst ook jeugd?

Bron: Leeuwarder Courant, pag. 1, Van onze verslaggevers MINSKE & MEAR, 22 mei 2010

LEEUWARDEN – Vergrijzing, krimp, leegstand. Als het over bevolkingsprognoses gaat, trekt de volwassen bevolking meestal de aandacht. Maar aan de onderkant van de piramide voltrekt zich in stilte een snelle ‘ontgroening’ in Friesland. Het Centraal bureau voor de Statistiek (CBS) voorspelt dat het aantal nul- tot twintigjarigen tot 2040 in deze provincie vermindert met 6,6 procent. Daarmee gaat de daling hier twee keer zo snel als in heel Nederland.

Vooral in plattelandsgemeenten blijft het aantal geboorten sterk achter en trekken meer jongeren na de middelbare school weg. Vergeleken met vijf jaar geleden zijn er zesduizend minder jeugdigen (0 tot 24) in Friesland (van 201.356 naar 195.349), maar de dorpen worden veel harder getroffen dan de steden. Als het CBS gelijk krijgt, daalt het aandeel jeugd de komende jaren nog verder, met 2030 als dieptepunt (180.000). Daarna komt er pas weer een lichte stijging.

Hoe de Friese jeugd er wat gezondheid, opleiding en arbeidsmarkt betreft voorstaat, is op te maken uit het rapport ‘De staat van de Friese jeugd 2010’, geschreven door Partoer, het centrum voor maatschappelijke ontwikkeling dat provincie, gemeenten en particuliere organisaties adviseert. De conclusie is dat de jongeren het in deze provincie niet slecht doen. Zo zijn er minder voortijdige schoolverlaters dan elders in Nederland, is het alcoholgebruik lager en doen minder jongeren een beroep op de WW. Daar staat tegenover dat de gemiddelde opleidingsgraad van de Friese jeugd lager is dan elders.
----------------------

Friese jeugd in de plus

Bron: Leeuwarder Courant, pag. 15, Hans Willems en Pauline van Kempen, 22 mei 2010

Het opleidingsniveau is wat lager en de werkloosheid wat groter. Maar voor de rest doet de Friese jeugd het eigenlijk heel goed. Tenminste de jongeren die in Friesland blijven, want de cijfers die Partoer CMO Fryslân bijeenbrengt in de Jeugdmonitor Fryslân wijzen uit dat nog altijd een flink deel van de oudere jeugd haar heil zoekt buiten de provincie.

Meten is weten. Onder dat motto verzamelt Partoer CMO Fryslân sinds jaar en dag uit allerlei bronnen gegevens over Friesland en zijn bevolking. Met die kennis ondersteunt het centrum provincie, gemeenten en maatschappelijke organisaties, vooral op het terrein van welzijn en zorg. Omdat cijfers pas echt gaan leven als ze reliëf krijgen, heeft Partoer nu een reeks kerngegevens over de Friese jeugd afgezet tegen landelijke gemiddelden en gebundeld in ‘De staat van de Friese jeugd 2010’.

Wat meteen al opvalt, is dat de plussen groter in aantal zijn dan de minnen. Zo ligt de kindersterfte in Friesland beneden het landelijke gemiddelde, treft minder jongeren het lot om op te groeien in een eenoudergezin of een gezin dat leeft van een uitkering, en ligt zowel het alcoholgebruik als de criminaliteit op een lager niveau dan landelijk.

Daar staat tegenover dat Friese jongeren gemiddeld genomen lager geschoold zijn en een iets grotere kans lopen om werkloos te raken. En de hoeveelheid meldingen van kindermishandeling is in Friesland hoger dan in de rest van Nederland. Het meest verontrustende: het aantal jongeren loopt hier veel sneller terug dan landelijk. Friesland vergrijst.

(…………….)

Gezinnen

Hoewel het tal kinderen dat in een eenoudergezin woont in Friesland lager ligt dan het landelijk gemiddelde, is er wel sprake van een opvallende toename. Sinds 2000 bedraagt die toename maar liefst 32 procent, terwijl de landelijke groei 27 procent bedroeg. Dat resulteert erin dat nu 11 procent van de 0- tot 24-jarigen in een eenoudergezin woont (landelijk 13 procent).

Een op de twintig jongeren tot en met zeventien jaar groeit op in een gezin dat leeft van een uitkering, blijkt uit de cijfers. Leeuwarden torent boven de andere gemeenten uit met 9,8 procent, een percentage waarmee de stad zelfs in de top tien van Nederland belandde. Ter vergelijking: in Gaasterlân-Sleat treft dit lot slechts 1,3 procent van de jongeren.

(…………….)
----------------------

Ontgroening als sluipend gif

Bron: Leeuwarder Courant, pag. 1, willems@lc.nl, 25 mei 2010

Kunnen er aan vergrijzing van de samenleving nog positieve kanten zitten, de ontgroening die Friesland treft, is alleen maar negatief. Het rapport ‘De staat van de Friese jeugd 2010’, waarin Partoer, centrum voor maatschappelijke ontwikkeling, een beeld schetst van jong Friesland, heeft een optimistische toon over hoe de jongeren het doen. Maar het is ronduit zorgelijk als het gaat over het aantal jeugdigen dat deze provincie telt.

De komende twintig jaar loopt het aandeel van de 0- tot 24-jarigen in deze provincie twee keer zo hard terug als in heel Nederland. En het proces is al een jaar of vijf aan de gang.

Minder geboorten en vroeg wegtrekkende jongeren maken dat de bevolkingskolom in Friesland aan de onderkant akelig dun begint te worden.

Op veel terreinen zal dit steeds diepere sporen trekken. Het wordt (nog) stiller en saaier in Friesland, lijkt het wel. Nog meer scholen vallen om. Verenigingen, maatschappelijke organisaties en bedrijven moeten het doen met minder nieuw bloed. De dynamiek die jongeren altijd met zich meebrengen, vermindert navenant.

Daar komt nog bij dat het platteland veel harder wordt getroffen dan de stedelijke samenleving. In de dorpen zal de afwezigheid van jong bloed nog sterker gevoeld worden de komende decennia en verspreid over Friesland zijn er regio’s die extra inboeten aan leefbaarheid.

We zijn geneigd de vergrijzing van de samenleving alleen uit te leggen als een financieel-economisch probleem (terugloop beroepsbevolking, betaalbaarheid sociaal stelsel, etc.). Zo’n macro-blik maakt het probleem tot iets abstracts waar te veel mensen schouderophalend aan voorbijgaan. Friesland zal moeten inzien dat van de ontgroening een veel groter effect uitgaat. Het raak ons allemaal. Het heeft iets sluipends en iets giftigs.

Het verschijnsel zelf is niet te verhelpen. Het aantal geboorten is in het eerste decennium van deze eeuw gedaald. Jongeren beginnen later aan gezinsvorming en het aantal alleenstaanden neemt toe. Een campagne om het geboortecijfer op te krikken is niet meer van deze tijd, en zou ook niets uitrichten.

Wat deskundigen en bestuurders wel kunnen doen is de cijfers uiterst serieus nemen en ze tot uitgangspunt maken van beleid. Er zal veel meer gedaan moeten worden om jongeren voor deze provincie te behouden of terug te halen na hun studietijd. Bundel de krachten, scherp de urgentie van het probleem aan en betrek vooral ook de kleiner wordende groep jongeren zelf bij het zoeken naar een goed en effectief antwoord.
----------------------

Staat van de Friese jeugd gepubliceerd

Bron: Partoer CMO Fryslân, 26 mei 2010

Partoer CMO Fryslân publiceerde onlangs het rapport ‘De staat van de Friese jeugd'. Hoe is het met de Friese jeugd? Dit is een belangrijke vraag voor beleidsmakers in Fryslân. De jeugd van vandaag de dag vormt immers de toekomst van de Friese samenleving. De staat van de Friese jeugd zoomt in op de Friese jeugd. Het rapport geeft inzicht in de overeenkomsten en verschillen tussen de Friese en de Nederlandse jeugd. De informatie is toegespitst op de thema's: bevolking, gezondheid, welzijn en jeugdzorg, onderwijs, werk en inkomen, veiligheid en criminaliteit.

De gegevens in dit rapport zijn een selectie van de gegevens uit de Jeugdmonitor Fryslân: een digitale databank met informatie over de Friese jeugd van 0 t/m 24 jaar. De Jeugdmonitor Fryslân verzamelt, ordent en publiceert actuele en betrouwbare gegevens op de website www.jeugdmonitorfryslan.nl. Partoer CMO Fryslân ontwikkelde deze monitor - in nauwe samenwerking met andere Friese organisaties - in opdracht van de provincie Fryslân.

In tegenstelling tot de website gaat De staat van de Friese Jeugd soms nader in op bepaalde gegevens. Bijvoorbeeld op verschillen tussen jongens en meisjes. Ook wordt, waar mogelijk, een verklaring gegeven voor de uitkomsten. De nadruk ligt echter op het signaleren van ontwikkelingen ten aanzien van de Friese jeugd. De resultaten kunnen dienen als basis voor het ontwikkelen van regionaal en lokaal jeugdbeleid.
De staat van de Friese Jeugd in andere media: